De Algemene Vergadering, die 35 leden telt, is samengesteld als volgt:
vijftien leden voor de belangen welke de eigenaren van de ongebouwde en
van de gebouwde onroerende goederen hebben bij de taken van het waterschap;
tien leden voor de belangen welke de bewoners en gebruikers van de gebouwde
eigendommen hebben bij de taken van het waterschap;
tien leden voor de belangen welke het bedrijfsleven heeft bij het waterschap.
Door de Zuid-Westhoek aan te wijzen kandidaten:
1 van Waterschapszijde en één door de gemeentebesturen.
Terzake is overleg gepleegd met de colleges van burgemeester en wethouders
van de Zuid-Westhoekgemeenten en met het gemeentebestuur van Bergen op Zoom.
Destijds is de afspraak gemaakt dat door de gemeentebesturen de heer burge
meester van de gemeente Bergen op Zoom zal worden v^ot-gesteld.
De heer van de Laar is voorzitter geweest van een waterschap en was bestuurs
lid van het waterschap West-Brabant, heeft dus ervaring als waterschap
bestuurder;
Van Waterschapszijde in de Zuid-Westhoek is kandidaat gesteld de heer
Van Meir, landbouwer en voorzitter van een waterschap, wonende te Ossendrecht.
Wij stellen U voor de heer van de Laar aan te wijzen als lid van het
Hoogheemraadschap West-Brabant.
Het raadslid Looijen verklaart zich tegen het voorstel om Drs. van de Laar
aan te wijzen als lid van de algemene vergadering omdat een burgemeester
op de eerste plaats burgemeester moet zijn en niet -zoals in dit geval- steeds
meer nevenfuncties moet aannemen.
Dit is in Bergen op Zoom mogelijk in verband met het groot ambtenarenapparaat,
doch waarom, vraagt hij zich af, wordt dit apparaat niet ter beschikking
gesteld van een wethouder of eventueel een raadslid. Daarnaast heeft burge
meester van de Laar in het verleden verschillende uitspraken gedaan, die
het raadslid Looijen bevreemdend vindt, zoals: van milieu weet ik niet zoveel,
dat moet je maar aan mijn ambtenaren vragen, die regelen dat wel.
Bovendien is hij bang, dat de burgemeester van Bergen op Zoom met zijn
groot aantal nevenfuncties, waarmee hij vrij intensief bezig is, meer als
figuur bij de vergaderingen van het Hoogheemraadschap aanwezig zal zijn en
zal hij niet de juiste vertegenwoordiger zijn, ondanks zijn ongetwijfeld grote
bes tuurs ervaring
Hij is van mening, dat hiervoor iemand moet worden aangewezen, die geen
andere nevenfunctie heeft, b.v. een burgemeester van een kleinere gemeente,
een wethouder of een raadslid.
Het raadslid van Oirschot beaamt in grote lijnen de woorden van het raadslid
Looijen, hij vindt dat op deze manier weer een ere-baantje wordt toegeschoven
aan iemand, die toevallig burgemeester van Bergen op Zoom is.
De voorzitter antwoordt hierna, dat er geen sprake is van vermeerdering van
het aantal nevenfuncties aangezien de Heer van de Laar momenteel ook bestuurs
lid is van het Waterschap West-Brabant.
Hij bestrijdt tevens de opmerking, dat hier sprake is van een ere-baantje
terwijl ook niet gezegd kan worden dat burgemeester van de Laar geheimzinnig
doet met zijn nevenfuncties, daar men regelmatig in de krant kan lezen welke
functies hij bekleedt.
Ten aanzien van de milieuzaken merkt hij op, dat dit slechts een onderdeel
is van de totale waterhuishouding van het Hoogheemraadschap.
Over het stukje in de Gouden Delta heeft hij zijn eigen mening.
Ook de voorzitter is enige tijd geleden over het milieu benaderd, in de
Gouden Delta stond later wat hij gezegd had, doch niet dat men hem moest
terug bellen nadat hij zich had kunnen oriënteren over deze zaken. Hij hecht
derhalve niet veel waarde aan deze uitspraak.
Mede gezien de grote ervaring, welke de Heer van de Laar op het gebied van
de waterschappen heeft, hebben de colleges van burgemeester en wethouders
van de Zuid-Westhoek-gemeenten gemeend hem te moeten voorstellen als
candidaat
Het raadslid Mevrouw Emke sluit zich aan bij het raadslid Looijen. Gezien
het groot aantal nevenfuncties gaat men zich afvragen of zo'n man dit er
nog bij moet gaan doen.
Gezien zijn bestuurlijke ervaring kan zij zeggen oké, doch zij ziet in deze