Hoofdstuk III, Algemeen:
Op de vraag van het raadslid Looi.jen waarvoor de raming van 4^000,
voor de dranghekken voor nodig is antwoordt de voorzitter dat de gemeente
tot nu toe jaarlijks de dranghekken met de koers en andere activiteiten
huurde hij de Rijkspolitie. Deze willen nu met de verhuur stoppen. Tijdens
de streek B. en W. hebben wij besloten dat iedere gemeente een bepaald aantal
dranghekken aanschaft, zodat we t.z.t. er genoeg in voorraad hebben.
Hoofdstuk IV, Volksgezondheid:
Het raadslid Looijen vraagt verder wat het college verstaat onder milieu
beheer, daar deze post p.m. op de beggoting staat. De voorzitter antwoordt
hierop dat men hieronder zou kunnen r'esorteren een milieuagent of een opzichter
Hierover zijn contacten gelegd met de heer Timmermans om tegen een redelijke
of een zo laag mogelijke vergoeding ook het milieu in de gaten te houden,
waarvoor hij dus bevoegdheden zou gaan krijgen.
Hoofdstuk 7, Volkshuisvesting:
Het raadslid Looijen vraagt of hij van Bouw- en Woningtoezicht af en toe
iets te zien kan krijgen wat betreft de werkzaamheden. Ook of er een jaarlijks
rapport wordt bijgehouden.
De voorzitter antwoordt hierop, dat voor iedere bouwaanvrage schriftelijk
advies wordt uitgebracht door Bouw- en Woningtoezicht. Deze adviezen worden
gestuurd naar het hoofd Openbare Werken. Hij verwerkt deze in zijn adviezen,
die hij uitbrengt aan het college. Er wordt geen jaarlijks rapport bijgehouden,
maar wel vergadert de dienst 1 of 2 keer per jaar in onze gemeente, zodat dan
het college, d$$ daar bij aanwezig is, op de hoogte blijft van de werkzaamheden
Hoofdstuk VI Openbare Werken;
Op de vraag van het raadslid Looijen waarom voor het opschonen van de sloten
een slootlepel wordt gehuurd, antwoordt de voorzitter dat deze wordt gehuurd
voor die sloten waarvoor de entourage van de vrachtwagen te kort is.
Het raadslid Looijen vraagt verder waar ieder jaar het gewei blijft van de bok,
die in het hertenkamp loopt. De voorzitter antwoordt hierop, dat hij er een
paar heeft zien hangen in de ambtswoning. Hij zegt verder, dat hij ook niet
weet waar ze blijven. Hierna doet het raadslid Looijen de suggestie, deze
geweien te geven aan de mensen die binnenkort de gemeentedienst gaan verlaten,
daar hij het voor hen een aardig geschenk vindt.
Daarna vraagt het raadslid Looijen of het niet mogelijk is, dat er een andere
marktmeester wordt aangesteld. Hij heeft er wel begrip voor dat de huidige
marktmeester niet een hele morgen op de markt aanwezig kan zijn. Toch vindt hij
het noodzakelijk, dat er iemand op de markt aanwezig is, die orde op zaken
houdt als dit noodzakelijk zou zijn. Hij denkt hierbij aan de heer Timmermans.
De voorzitter antwoordt hier op,dat het volgens hem niet nodig is, dat de man
constant op de markt aanwezig is. Hij is er 's morgens wanneer de markt begint
en tussen 12 en half een, zodat hij in de gaten kan houden, dat de marktlui
niet vóór hun tijd de markt verlaten.
Met betrekking tot de post onderhoud Gloriëtte vindt het raadslid Looijen
dat deze post toch wel wat laag is. Hij vraagt of het niet mogelijk zou zijn
om de omgeving er van ook wat op te knappen. Volgens hem kan dit niet van
deze begrotingspost.
De voorzitter antwoordt hier op dat deze post alleen betrekking heeft op
het onderhoud van het Gloriëtte zelf, en dat het onderhoud van de omgeving
kan gebeuren uit andere posten, zoals uit de posten spitten, egaliseren en
aankoop planten.
Hoofdstuk VII, Bezittingen niet voor de publieke dienst bestemd;
Op de vraag van het raadslid Looijen wat er bedoeld wordt met de term:
"Te ramen-de opbrengst van het Burgerlijk Armbestuur" antwoordt de heer
van Linden dat deze term is overgekomen toen het Armenbestuur werd opgeheven.
Deze is nu vervangen door de Algemene Bijstandswet. De bezittingen en schulden