Per gemeente gaat men deze dan invullen. Het is de bedoeling van het rampenplan, dat degene die verwittigd moet worden, ook verwittigd wordt door de juiste persoon. Het is heel technisch, zodat er ook zeer deskundige mensen aan moeten werken. Het raadslid Looijen zegt verder het college zeer dankbaar te zijn, dat in het vervolg de gemeentelijke voorlichting zal plaatsvinden in de Putse Stencilkrant. Ook is hij blij dat eindelijk de gemeentegids uitgegeven zal gaan worden. Hij zet verder een vraagteken wat betreft de Berk. Deze zou een meer recre- atieverer bestemming krijgen. Ingevolge het draagvlakonderzoek, uitgebracht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zou een sportzaal niet verwijderd mogen zijn van de lagere school. Indien de plannen van verbouwing van de Berk doorgang zullen vinden krijgt deze een heel andere accomodatie, zodat de schoolsport hier niet meer plaats kan vinden. Ook vindt hij het jammer dat er in onze gemeente geen welzijnswerker is. Volgens hem is er duidelijk behoefte aan. Daarnaast vindt hij het fijn, dat het college kontakt opgenomen heeft met Integan met betrekking tot de C.A.I. Verder zegt hij het fijn te vinden, dat de mensen in de Nieuwstraat benaderd zijn voor renovatie van hun woningen. Hij vindt het alleen jammer voor het college, dat hun brief een dag na de algemene beschouwingen bij deze mensen is aangekomen, daar anders de teneur van zijn algemene beschouwingen misschien wat anders gelegd zou zijn. Met het stil alarm kan hij wel gedeeltelijk instemmen, daar er wel bepaalde moeilijkheden zijn. Deze zijn wel te ondervangen, maar dan zijn de kosten schrikbarend hoog. Dan de kosten van brandbestrijding. In de publikaties heeft men kunnen lezen, dat het Rijk grote bijdragen gaat geven aan boseige- naren en gemeenten, die bossen in het bezit hebben, voor het onderhoud. Zou er dan gelijk niet een mogelijkheid bestaan om een gedeelte hiervan te reserveren om bij eventuele brand de kosten hiervan te betalen. Het antwoord )Van het college op de vraag van het raadslid Emke, wat betreft het gewestraadslid, vindt hij schitterend. Hij hoopt dat het gewestraadslid dat ook goed in zijn oren knoopt. De voorzitter antwoordt hierop dat met betrekking tot de renovatieplannen er 11 positieve en 2 negatieve reacties zijn binnengekomen. Volgens hem zitten er nu wel mogelijkheden in, al kunnen de kosten niet gefinancierd worden uit de post Algemene Dienst. Vat betreft de brandweer zegt hij dat het Rijk een groot bedrag uitkeert voor de instandhouding ervan. Maar dat het Rijk extra uitkeringen gaat geven moeten wij nog afwachten. Het raadslid van Oirschot zegt hierna dat er een heleboel goede voornemens zijn geuit door het college. Dit houdt volgens hem in dat er nog een heleboel werk te doen is voor het college en de raad. Hij hoopt dat spoedig de woorden zullen worden omgezet in daden. De voorzitter antwoordt hierop dat het college ook deze mening is toegedaan en zij zullen proberen hun voornemens te bewerk stelligen. In de tweede instantie merkt het raadslid de Bruijn op, dat hij het er niet mee eens is, dat er geen taakverdeling is binnen het college. Hij vindt dat de wethouders en de burgemeester ieder een deel van de taak van het college voor hun rekening moeten nemen. Het raadslid Looijen zegt hierop het volkomen eens te zijn met het raadslid de Bruijn. Volgens hem moet het ook mogelijk zijn dat in een kleine gemeente als Putte ieder lid van het college een eigen portefeuille gaat beheren. De voorzitter antwoordt hierop, dat niet precies geregeld is welk kadertje, welke wethouder toebehoort. Toch neemt ieder lid naar buiten uit een gedeelte voor zijn rekening. Hoofdstuksgewijze behandeling begroting 1978 Hoofdstuk II: Op de vraag van het raadslid de Bruijn of het college al overleg gepleegd heeft met de Waterleidingmij Zuid-Vest Nederland over verhoging van de huur van het pompstation achter het gemeentehuis antwoordt de voorzitter dat het college de Vatermij voorgesteld heeft de huur te verhogen tot 500, Wat de uiteindelijke huur zal worden is nog niet bekend.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1977 | | pagina 115