Z
GEMEENTE
PUTTE (N.Br.)
Notulen openbare raadsvergadering van 4 mei 1976
Aanwezig J.J. van Erp, voorzitter en de leden
Mevrouw J. Emke-Langeveld, H. Bensbach, H. de Bruijn, L. Buijs,
P. Huijbrechts, Ph. Ketelaars, J. de Light, J. Looijen, R. van Oirschot,
E. Simons, J. de Waal.
Notulist A. van Kaam.
1Opening
Be Voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed
en heet alle aanwezigen hartelijk welkom.
2. Vaststelling notulen openbare raadsvergadering van 25 maart 1976:
Zonder dat iemand het woord verlangt of stemming worden de notulen
onder dankzegging aan samensteller vastgesteld.
3. Ingekomen stukken:
a. Besluiten van Gedeputeerde Staten houdende de goedkeuring van
de verkoop van grond aan E. van Ackelijen, Th. Bax, P. van
Boesschoten, H. Pink, R. Hamerling, PNEM, A. Reijns,
J. Winstraeeken en C.v.d. Zande;
b. verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten tegen de
aanleg van de 2e tennisbaan;
c. Jaarverslag en jaarrekening 1974 van het werkvoorzieningsschap
West-Noord-Brabant
d. Ontwerp-begrotingswijziging Werkvoorzieningsschap West-Noord-
Brabant terzake van de uitbreiding van de telefooninstallatie
in het schapskantoor;
e. Ontwerp begroting 1977 van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant
f. Brief van de Algemene Nederlandse Invalidenbond over het parkeer
probleem van gehandicapten;
g. Besluit van Gedeputeerde Staten houdende goedkeuring van de
begroting 1976 met bijbehorende bedrijfsbegrotingen alsmede de
wijzigingen daarop;
h. Besluiten van burgemeester en wethouders tot het garanderen van
rente en aflossing van hypothecaire geldleningen;
Het raadslid Mevrouw Emke merkt ten aanzien van punt c op dat het
nadelig saldo van het werkvoorzieningsschap over 1974 berekend is
op 4.46I.OOO,zij vraagt door wie dit tekort wordt gedekt.
Be voorzitter antwoordt hierop dat bij de berekening van het tekort
geen rekening lis gehouden met de bijdragen van de gemeenten.
Be berekening wordt door het algemeen bestuur vastgesteld en vervolgens
ter goedkeuring gezonden aan Gedeputeerde Staten en aan het rijk
ter vaststelling van de rijksbijdrage, waaruit de gemeentelijke bijdrage
voortvloeit