Over opheffing van artikel 8 wordt reeds 12-J- jaar gesproken.
Dat artikel 8 kan worden opgeheven, daar is zo langzamerhand eenieder
het wel over eens. Iets anders is het wanneer het gaat om het opvangen
van de financiële en personele gevolgen die dan te verwachten zijn.
De vertegenwoordigers van het rijk in de commissie die zich met deze
materie bezighouden stellen zich op het standpunt dat het gaat om
gemeentelijke abattoirs, en dat de gemeenten derhalve de consequenties
hebben te dragen. De gemeenten vinden dat opheffing van artikel 8 een
rijksmaatregel zal zijn en dat het rijk derhalve voor de kostan moet
opdraaien.
Bij eventuele verdwijning van artikel 8 van de Vleeskeuringswet zal de
consument daarvan weinig merken, maar voor het bedrijfsleven gaat het
op jaarbasis toch om een bedrag van 25 a 30 miljoen gulden.
Ook voor onze gemeente zou opheffing van artikel 8 belangrijke financiële
consequenties hebben, indien daar geen uitkering van het rijk tegenover
s taat
Blijkens de afrekening 1974 van de vleeskeuring Bergen op Zoom over
de aangesloten gemeenten moet de gemeente Putte betalen:
50$ naar rato van het totaal gewicht geslachte dieren en
ingevoerd vlees 12.948,
50$ naar rato van het aantal inwoners 4.651,59
Totaal en keurlonen (1395) 17-579,59
Wegens invoerkeurlonen werd in 1974 ontvangen 16.580,65
Ten laste van de gemeente 998,94
In verband met het vorenstaande stellen wij U voor de aansluiting
bij de vleeskeuringskring Bergen op Zoom te handhaven. Zo U daartoe
besluit dinnen in verband met de gewijzigde omstandigheden tengevolge
van opheffing van het slachthuis te Bergen op Zoom enkele verordeningen
te worden gewijzigd.
Wij stellen U voor daartoe te besluiten.
Het raadslid Mevrouw Emke is van mening dat, evenals bij de schoolbegelei
dingsdienst, de raad niet andëfe kan, wij zitten met de erfenis van het
slachthuis Bergen op Zoom. Als de raad zou besluiten om aan te sluiten
bij Roosendaal dan moet toch worden bijgedragen aan de gemeenschappelijke
regeling, hetgeen financieel minder aantrekkelijk is.
Zij vindt het echter een heel rare zaak, dat een slager uit Putte, die b.v
in België vlees inkoopt eerst daar een gezondheidscertificaat moet
betalen, dan in Roosendaal keurrechten moet betalen en later in Bergen
op Zoom nog eens invoerrechten moet betalen.
De streefdatum van de voorgestelde reorganisatie is gepland op 1 januari
1977 en dan zou dit alles gratis zijn en zou ook de bijdrage aan de
centrumgemeente komen te vervallen. Zij vraagt zich af of het niet nuttig
is deze zaak op dat moment n<g eens te bekijken.
De voorzitter antwoordt hierop dat 1 januari 1977 een streefdatum is.
De betreffende commissie vergadert al meer dan 12 jaar dus ook dit is nog
niet zeker.
De gemeenten zijn van mening dat de kosten van de vleeskeuringsdiensten
voor rekening van het rijk moeten komen hetgeen door het rijk bestreden
wordt.
Het raadslid Mevrouw Emke verklaart zich voor het voorstel doch vraagt
deze zaak t.z.t. nader te bezien om te voorkomen dat deze onhoudbare
langdurige toestand nog langer blijft bestaan.
Het raadslid Looijen sluit zich aan bij de woorden van het raadslid
Mevrouw Emke. Ook hij is van mening dat zo spoedig mogelijk een einde
moet worden gemaakt aan deze zaak, die niet alleen veel geld doch
ook veel tijd voor de slagers kost.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.