Volgens spreker heeft deze zaak handenvol geld gekost, maar dat is schijnbaar nog niet genoeg, de bevolking van Putte moet nog maals gaan bloeden. Als de Heer Buijs zaken wil doen met de gemeente dan is dat gced en daartoe zijn wij ook bereid; maar dat willen wij doen als ge lijkwaardige partners en niet als de bewoners van Putte daarvoor moeten bloeden. Hij voelt niets voor wijziging van het plan. Het raadslid Sluijts merkt een grote tegenstrijdigheid op in het betoog van het raadslid Bensbach Enerzijds beweert laatst genoemd lid dat de Heer Buijs nu pas met het plan komt en dat hij geen belangstelling had toen de grond destijds van zijn vader -dus niet van het raadslid- werd aangekocht. Anderzijds beweert het raadslid BensbachAn zijn betoog, dat er zowel onder het bewind van burgemeester Boudrie als onder het bewind van burgemeester Manders bouwplannen waren, doch dat zij er geen aandacht aan besteed hebben. Het raadslid Janssens vraagt waarom tegenover Miadis geen groen- zóne is gepland. De woningbouw grenst daar direct aan het indus trieterrein, terwijl dat hier nog niet eens het geval is. Darrna vraagt hij aan wethouder de Lightbf hij zich bij de meerderheid van het college heeft aangesloten of dat hij ook zelf achter dit voorstel staat. Wethouder de Light antwoordt, dat hij deze vraag niet goed be grijpt, doch dat hij volledig achter het plan van Buijs staat. Het raadslid Buiig memoreert, dat de grond langs de Hogeberg- dreef in 1969 van zijn vader is aangekocht en niet zes jaar geleden. Hij heeft begrip voor de vraag van het raadslid waarom men in 1965 geen belanstelling had voor de bestemming tot agrarisch gebied. Uiteraard niet, omdat pas in 1969 deze grond aan de gemeente werd verkocht en hij op dat moment zijn bedrijf moest gaan intensiveren. Hij stelt, dat de raad voor de eerste maal op 18 maart 1971 een voorbereidingsbesluit heeft genomen, zodat niet gesproken kan worden over vandaag of gisteren. Hij bestrijdt de stelling van het raadslid Bensbach. dat pas ir. augustus 1973 voor de eerste maal over deze aangelegenheid ge sproken zou zijn.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1975 | | pagina 8