II Mevrouw, Heren, leden van de raad, mijn hartelijke gelukwensen. U heht zojuist de in do gemeentewet voorgeschreven eden/ beloften afgelegd, en kunt U als gemeenteraad, het hoogste bestuursorgaan in de gemeente, net Uw belangrijke werkzaamheden beginnen. Met nadruk zeg ik belangrijke werkzaamheden, want Uw Raad is het eerste bestuursorgaan in de gemeente. In zijn inleiding tijdens het in mei van dit jaar in Groningen ge^ houden congres van de vereniging van Nederlandse gemeenten heeft de heer van Splunder, burgemeester van Harderwijk, o.a. gezegd; Wij kunnen konstateren - en dat doet de commissie Merks o.a. ook -- dat er geen wettelijke belemmeringen zijn om het primaat van de raad in het gemeentelijk bestel inhoud en gestalte te geven. Toch is er een aantal gevallen, waarin het wettelijk stramien in de praktijk niet werkt. Sr zijn, dat is duidelijk, wel feitelijke be lemmeringen om de heerschappij van de raad tot gelding te laten komen. Als de oorzaken zijn dat het college van burgemeester en wethouders de raad te weinig betrekt in het besluitvormingsproces en dat de in formatiestroom van burgemeester en wethouders in de richting van de raad ontbreekt of onvoldoende functioneert; met andere woorden als het college van burgemeester en wethouders in dat proces teveel domineert, dan ligt dat - behalve wellicht aan de burgemeester - zeker aan de raadsleden die tevens wethouder zijn. Zij kunnen,zelfs in de kleine gemeenten, de zaken in een goede richting sturen. Een raad die zichzelf respecteert en waarvan de leden - ik herhaal het- de nodige kennis en vaardigheden bezitten - hoeft in het Nederlandse systeem niet te degraderen tot een orgaan dat de tweede viool bespeelt. Gebeurt dat wel, dan reikt de raad zich daarmee zelf een bewijs van onbekwaamheid uit. Het vorige college Mevrouw, Heren, heeft de raad zoveel mogelijk bij de besluitvorming betrokken en tijdens informele bijeenkomsten van de raad veel informatie verstrekt. Graag zeg ik U toe, en ik neem aan dat de wethouders die zo dadelijk gekozen worden daarmede instemmen, dat ook tijdens de zittingsperiode van Uw raad, Uw college zoveel mogelijk bij de besluitvorming zal worden betrokken, en dat de informatiestroom van het college naar Uw raad zeker niet zal ont breken. Ik hoop dat wij in een goede verstandhouding en goede samenwerking veel in het belang van de inwoners van onze gemeente in de komende jaren kunnen doen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1975 | | pagina 63