De angst van het raadslid Bensbach is ongegrond gebleken aan
gezien er in het afgelopen jaar geen enkele aanvraag voor
dit gebied is ingekomen.
Het raadslid Bensbach merkt op dat de raad veel te weinig
wordt betrokken bij de voorbereiding van de plannen. In de
praktijk komt het er op neer, dat wij plannen krijgen voorge
schoteld, die helemaal klaar zijn. Er wordt veel tijd en werk
besteed aan de voorbereiding van plannen zonder dat zelfs de
raad hiervan op de hoogte is.
Hij vraagt om in de toekomst de raad vroeger te betrekken bij
de voorbereiding van de plannen, waardoor ongetwijfeld een
belangrijke werkbesparing kan worden bereikt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat een dergelijk overleg reeds
heeft plaats gehad over het plan Hoge Berg Ihet plan
Ambachtelijke Bedrijven en het plan omgeving Klavetterstraat
Het ontwerp voor het gebied in de omgeving van de Hogeberg-
dreef is een deze dagen binnen gekomen en wordt momenteel
bestudeerd op de gemeente-secretarie.
Als de eventuele op- en aanmerkingen verwerkt zijn zullen wij
met het ontwerp in de vergadering komen.
Het raadslid Bensbach antwoordt hierop dat de raad tegen het
plan Hoge Berg I geen bezwaar heeft gehad en dat dit ook
vlot afgewikkeld, is. Maar als er, net als in het verleden,
wijzigingen worden aangebro.cht waar de raad niks vanaf weet,
bestaat het risico dat bezwaren van de raadsleden tegen een
plan, dat in vergorderd stadium verkeert, later verwerkt
moeten worden, hetgeen veel tijd en geld gaat kosten.
Als het college de raad vroegtijdig inschakelt bij de
aan
voorbereiding van plannen zou een zeer gerechtvaardigde wens
van de raad tegemoet worden gekomen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat het college dezelfde
mening is toegedaan hetgeen reeds gebleken is bij de bespre
kingen over het plan Hoge Berg I, het plan ambachtelijke
bedrijven en het plan voor de omgeving van de Klavetterstraat.
Het raadslid Bensbach vervolgt hierna met te stellen, dat hij
bij de opsomming door de voorzitter twee plannen heeft gemist:
n.l. het plan voor het gebied tussen de Antwerpsestraat en
de Achterstraat alsmede het plan inzake de sportterreinen
waarover de wethouder de Bruijn gespmkon hppft, dit in
verband met de bouwgelegenheid.