een "bestuur-instinct - men voelt zich wel of niet als een vis in het "bestuur
lijke water thuis - een tussenweg is er niet. Afgaande daarop zie ik zeer
positiève kanten voor de gemeenschap aan het voorgesteld concept-ontwerp
van Wet reorganisatie Binnenlands Bestuur.
Wat het voor de gemeente Putt gaat worden als de wet er door komt is duide
lijk: dan gaat men onze gemeente samenvoegen met Ossendrecht Woensdrecht,
Huijbergene en Wouw, zoals het kaartje laat zien, om zodoende te komen
tot een gemeente van 10.000 inwoners of meer.
Ieder mag daar het zijne van denken. Het zal, mocht het zo worden uitgevoerd
tezijnertijd, heel wat sentimenten los maken, gezien de reacties in andere
gemeentes, waar het al scheen plaats te vinden.
Dat er een onverbrekelijk samenhang bestaat tussen de aard van het bestuur
en de sfeer van samenleving gaat m.i. niet altiijd op en wordt de laatste tijd
vooral in kleinere gemeentes niet bewezen, dit als gevolg van de zeer sterke
sub-urbanisering van de afgelopen tien jaar.
Bergen op Zoom is zo te zien wel zo'n gemeente, maar b.v.Roosendaal is dat
m.i. weer niet - en Putte ook niet.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het concept-advies van de Pro
vincie, hiér aangekomen, overgaat tot het losmaken van sentimenten,
waarvan ik erken dat ze bestaan, maar niet meer bij bestuurders in die mate
als hier zo lyrisch wordt beschreven.
Want het zgn. referentiekader voor particulier initiatief zal over de grenzen
van de mini-provincies heen zeker kunnen blijven voortbestaan, in zijn
huidige vorm - aan die indruk kan ik mij niet onttrekken - vooral juist
die particuliere initiatieven die de vorming van de mens zijn welzijn mee
bepalen. Om een voorbeeld te noemen: Het Brabants Orkest zal in zijn huidige
werkingssfeer kunnen blijven bestaan, blijkens de discussies over subsidies
in mijn eigen partij.
Tot slot wordt er in het concept-advies gewezen op de conclusie dat de
reorganisatie te onvoldragen is.
Het kolossale van de herindeling zal zeer zeker begrepen zijn door de Minister
en zijn wetenschappelijke medewerkers en, als deze reorganisatie wenmaal
een feit is zal men nog lang van deze wetenschappelijke medewerkers en
hun advies gebruik kunnen maken.
Zoals ik echter in alle nota's en rapporten heb gelezen, is iedereen ervan
doordrongen dat het binnenlands bestuur dringend toe is aan structurele
wijzigingen.
Daarom alleen al doet het vreemd aan dat, nu er een practisch voorstel ter
tafel ligt, iedereen tegen de man of groep mensen die het heeft ontworpen
aanschopt en dat op een manier alsof nu bestaande machten naar het schavot
worden gebracht en het hun belang is dat hier wordt aangetast.
Wij mogen echter niet uit het oog verliezen dat alle overheidsorganen er
zijn om het wel en wee van de burger te behartigen en wel zoals de demo
cratische meerderheid dat vaststelt middels de daarvoor geeigende kanalen.
Waarbij het door ons gekozen parlement de uiteindelijke beslissing zal nemen.
Want als het wel en wee op verschillende punten in die samenleving dreigt
vast te lopen doordaè die samenleving van dag tot dag gecompliceerder wordt,
is het een zaak van de hogere overheid om in te grijpen als de lagere
overheden er geen antwoord meer op weten.
En wanneer voorstellen in concept-vorm voor al die complexe problemen heel
duidelijk goede dingen in zich dragen ter beantwoording van die problemen,
dan kan men toch bedenken dat ze niet direct ideaal zijn.
Ik verklaar aan het einde van mijn uiteenzetting naar eer en geweten
voorstanden te zijn van de voorgestelde bestuurlijke herindeling - maar dan
niet - nadat er een absolute zekerheid is verkregen voor de vele ambtenaren
nu verbonden aan de werkzaamheden in de gemeentes. Zij, evenals die
honderden burgemeesters, hebben altijd met zeer grote inzet en kennis van zaken
gewerkt achter de schermen voor het wel en wee van de gemeenschap.
Zij vooral mogen door de reorganisatie binnenlands bestuur niet tussen schip
en wal terecht komen, zij hebben dat zeker niet verdiend.
En als wij de mening van een jubilerende gemeenteambtenaar, de Heer Geers
uit Halsteren, zouden mogen huldigen - hij zei dat, na het beroep van kaste
lein ambtenaar het leukste beroep is - dan zouden wij wel eens met een teveel
aan kasteleins kunnen komen zitten.