-9- Het is slechts een klein voorbeeld hóe het niet moet en van wat er allemaal kan haperen op regionaal niveau.. Daar waar veel problemen om een oplossing vragen moet kundig gecoördineerd worden, het is van het eerste belang. Hierbij mogen vooral geen patriottistische, plaatselijke en naar eigenbelang ruikende chauvinis tische gedachten worden opgedrongen aan het Gewest. Vat mooi is en goed voor veel mensen, zal zich altijd op waardige wijze g^iragen vooral onder verstandige mensen. Welnu, ik ben er ook van overtuigd dat de mini-provincies niet direct een antwoord ap alles zullen zijn en stel dan ook dat in een eventuele overgangsfase de continuïteit van bestuurlijke taken en hun uitvoering gegarandeerd moeten v zijn. Maar ik geloof, wijzen!op de eerder genoemde punten en na alles goed te hebben bestudeerd voorzover de tijd dat toeliet, dat de mini-provincies een succes zullen worden en ons een stap verder in de bestuurlijke geschiedenis zullen brengen maar vele stappen van Thorbecke vandaan - omdat de gemeenten zowat de helft van hun bevoegdheden zal worden afgenomen. Hierbij hoop ik echter dat dit niet de simplistische oplossing is voor de veel gehoorde klacht dat er een steeds groter wordende stroom werk op de gemeentes afkomt, zonder dat hiervoor financieel meer ruimte wordt gemaakt voor de hulp van meer medewerkers. Hierop zou dan, even simpel gesteld, de gedachte - wit werk kwijt te raken aan de mini-provincies - zo gek nog niet zijn, m.a.w. wanneer het takenpakket dan ook werkelijk wordt verkleind.... Hoe het met de uitvoering van de taken van de mini—provincies zal gaan is mij nog niet helemaal duidelijk. Maar ik vermoed wel dat daarvoor het gemeentelijk apparaat zal worden gebruikt. Dit kan dan tot verschaling van het lok&le bestuur leiden, belangrijker echter vind ik dat dit er is om, hoe dan ook, d^ gemeenschap te dienen, hoe groot of klein haar bestuurlijke taak ook is, - en dat ms m.i. het uitgangspunt. Men zou kunnen zéggen dat het doel hier de middelen heiligt. Dat de verschillende zaken die nu gedecentraliseerd zijn naar de gemeentes straks gecentraliseerd zijn bij de mini-provincies, kan, gewezen naar belangrijke punten van bestuur, de gemeenschap alleen maar ten goed komen - en frustaties bij de gemeentelijke besturen opwekken. Het assumeren door de ventrale overheid van sommige taakvervullingen van deze mini-provincies omdat zij huh schaal te buiten gaan, zal niet denkbeeldig zijn. Men zal m.i. naar oplossingen moeten zoeken die een integraal provinciebestuur waarborgen. Vooral op het gebied waar de mens sterk bij bétrokken is: sociaal-, economisch-, maatschappelijk-, gezondheidszorgend- en cultureel terrein. Ik ben ook van mening dat het beleid in de verschillende mini—provincies onderling - als ze er komen - niet te sterk mag verschillen, zulks ter voorkoming van ernstige verschuivingen en mogelijk zelfs migraties. M.i. moet de ventrale overheid de grote beleidslijnen blijven xnigsHS dirigeren. 26 mini-provincies en geen 26 federatieve staatjes! In het concept—advies stelt men, dat wie eenmaal macht heeft gekregen die slecht weer afstaat - en hiermee doelt men dan op de Departementen. De heftige tegenstaad die men bij de verschillende bestuurderen en hun adviseurs opmerkt, zo ook bij verschillende burgemee sterol ie gen er ook niet om. Ik kan voor mijzelf niet afdoende uitmaken of voorgesèelde verdeling van taken middels grotere budgettaire mogelijkheden, ook in de huidige bestuursvormen Provincie-Gemeente, eenzelfde resultaat zou hebben als van nieuwe indeling wordt verwacht - daarvoor zijn mijn kennis en ervaring te ^ing. Ik moet hier afgaan op mijn beperkte persoonlijke ervaring die, dat erken ik, niet doorslaggevend hoeft te zijn. Toch bestaat er naast een grote persoonlijke ervaring en kennis een

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1974 | | pagina 89