-3-
Hij heeft veel moeite met het afwijzende voorstel vooral daar reeds enige
jongeren uit Putte zijn opgevangen, terwijl daarnaast het risico "bestaat
dat nog meer Putse jongeren hulp nodig hebben.
Hij is er zeker van dat dergelijke jongeren op een deskundige
begeleiding kunnen rekenen en hij vindt het spijtig dat de commissie financiën
geadviseerd heeft afwijzend te beschikken. Hij vraagt het voorstel in
stemming te brengen.
He voorzitter merkt op dat hem niet bekend is dat het rijk subsidie verleent
gezien het geraamde tekort van 115.000,Men vraagt een subsidie van
0,50 per inwoner, wat voor Putte toch een groot bedrag is.
Uit de gehouden mondelinge stemming blijkt dat alleen het raadslid Looijen
tegen het voorstel van burgemeester en wethouders heeft gestemd, zodat over
eenkomstig het voorstel is besloten.
7. Voorstel tot verhoging van het bedrag per leerling als bedoeld in artikel
101 der Lager Onderwijs/1920 voor het jaar 1975. /wet
He Voorzitter geeft een korte toelichting op het voorstel.
Voor 1975 is bij besluit van de gemeenteraad van 5 december 1974 het bedrag
per leerling voor 1975 vastgesteld op 259»In dit bedrag is een vergoeding
per leerling opgenomen ter bestrijding van de administratiekosten, conform
de door het schoolbestuur overgelegde begroting.
In verband met het besluit van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen
van 21 november 1974 - waarbij het bedrag der administratiekosten voor 1975
is vastgesteld op 25,per leerling - vraagt het schoolbestuur bij
schrijven d.d. 20 januari 1975, het bedrag per leerling te verhogen met
15,
In de begroting 1975 van het schoolbestuur is reeds een bedrag van 16,50
per leerling opgenomen voor bestuurs- en administratiekosten, zodat wij U,
na overleg met de commissie financiën, voorstellen het bedrag per leerling
ex artikel 101 der L.O.wet 1920 voor 1975 te verhogen met/8,50, en mitsdien
nader vastte stellen op 247,50.
Het raadslid Looijen merkt op dat hij in de begroting van het schoolbestuur
een bedrag heeft zien staan van 16Ö,voor prijsjes voor bijzondere
prestaties. Hit komt hem erg vreemd voor in het moderne onderwijs.
He voorzitter antwoordt hierop dat het een begroting is. Als bij de afrekening
blijkt dat bepaalde bedragen zijn uitgegeven die geen betrekking hebben
op het onderwijs dan zal een en ander worden recht getrokken. Men mag echter
niet uit het oog verliezen dat een schoolbestuur in deze autonoom is.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8. Voorstel tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering
van een onroerend-goedbelasting.
He Voorzitter geeft de volgende toelichting op het voorstel.
U zult zich herinneren dat de Commissie Oud in 1956 een rapport heeft
uitgebracht waarin de commissie, als sluitstuk op een vast te stellen
regeling betreffende de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten,
voorstelt het plaatselijk belasting-gebied te verruimen.
He voorstellen van de Commissie Oud zijn verwerkt in de Wet van 24 december
1970 tot wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale
belastingen.
He wijzigingen op het gebied van de gemeentelijke belastingen zijn nogal
ingrijpend en met name voor wat betreft de in de gemeentewet ingebrachte
onroerend-goedbelasting, die vóór 1 januari 1979 moet worden ingevoerd.
In Uw vergadering van 20 mei 1975 heeft U besloten de onroerend-goë^>elasting
in onze gemeente in te voeren ingaande 1 januari 1977»
He waarde, welke in het economisch verkeer aan het onroerend goed kan worden
toegekend, is toen als heffingsgrondslag vastgesteld.
U bent toen niet akkoord gegaan met ons voorstel betreffende het buiten
beschouwing laten van de gronden.