-5- 12. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Natuurgebieden" De voorzitter verklaart dat het voorstel in de vergadering van 1 april is teruggenomen naar aanleiding van opmerkingen van het raadslid Mevrouw Emke dat met name de kwestie Zoomweg in de commissie vergadering niet uitvoerig besproken is. De raad heeft de brief van de Rijkswaterstaat van 22 april 1975 met het laatst vastgesteld tracé kunnen inzien. Daarnaast heeft de nota van de Raad voor de Waterstaat ter inzage gelegen, waarin een variant tracé zo voorgesteld dat door de polders ten westen van Woensdrecht voert. Aan dit gebied wordt een hoge landschappelijke waarde toegekend: het is een voor West-Europa uniek gebied, waarin men geen weg wenst te traceren. In 1971 heeft de minister reeds het huidige tracé vastgesteld, waarbij rekening is gehouden met de waarde van het betreffende poldergebied. In verband met de steeds grotere toeneming van het verkeer op de gevaarlijke Putseweg en gezien het feit dat Minister Westerterp nog onlangs in Rotterdam heeft verklaard dat dit tracé vaststaat, hetgeen door zijn Belgische ambtsgenoot is bevestigd, heeft het college het voorstel niet gewijzigd. Voor het raadslid Looijen is het onbegrijpelijk dat twee tegenstrijdige besluiten kunnen worden genomen. Enerzijds wordt het aan de eigenaren van gronden verboden homen te kappen, caravans of wagens te plaatsen, militaire oefeningen te houden en daartegenover wordt wel toegestaan dat de natuur wordt vernield voor de aanleg van een weg, waarlangs in de toekomst ook benzinepompen zullen worden geplaatst, misschien zelfs een restaurant wordt gebouwd. De voorzitter antwoordt hierop, dat het ingevolge het geldend bestemmings plan verboden is om caravans en andere opstallen te plaatsen. De reclamanten spreken dan ook ten onrechte van verkregen rechten, zodat derhalve wordt voorgesteld deze bezwaren ongegrond te verklaren. Het raadslid Looijen concludeert hieruit dat deze bezwaarschriften niet bij deze stukken hadden behoeven te liggen daar deze bezwaren zich in feite richten tegen het plan in hoofdzaken. De voorzitter ontkent dit aangezien de bezwaren tegen het onderhavig ontwerp zijn ingediend, zodat de raad deze bezwaren nu moet behandelen. Het raadslid Looijen kan niet ontkennen dat de Putseweg veel te druk is. Hij heeft echter nergens kunnen lezen dat bij de nieuwe grensovergang douanekantoren komen. Verwacht mag worden dat met name het vrachtverkeer door de bebouwde kom blijft komen, zodat het verkeer niet veiliger zal worden. Door de aanleg van fietspaden kan er wel enige verbetering komen, doch verwacht mag worden dat veel mensen van de oude weg gebruik blijven maken Hij trekt de verklaring van de minister nog steeds in twijfel daar de werkgroep voor de Zoomweg het tracé in onderzoek heeft en het alternatiei tracé langs het kanaal dat aansluit op de Zeeuwse weg zeker in de studie za! betrekken. Hij verklaart zich voor het plan met uitzondering van het tracé Zoomweg. Hij stelt voor het bezwaarschrift van de Rijkswaterstaat onger grond te verklaren. De voorzitter merkt op dat allerlei soorten commissies wel kunnen komen met alternatieve tracés en bepaalde uitspraken kunnen afzwakken, maar de Rijkswaterstaat heeft onlangs nog verklaard dat het tracé vast ligt. Het raadslid Looijen verklaart hierna dat hij vernomen heeft dat deze§ zaak ook in België nog in beraad is. Momenteel worden plannen ontwikkeld om een weg aan te leggen door de Zandvlietse polders, welke aansluit op de tunnel en die tevens op een ideale manier kan worden aangesloten op het alternatief tracé. Het raadslid Mevrouw Emke is het volkomen eens met het raadslid Looijen. Naar haar mening zal de weg zeker niet voor 1980 worden gerealiseerd.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1974 | | pagina 51