10. Voorstel tot het verlenen van een subsidie aan het actiecomité
Zuid-Westhoek.
Volgens de voorzitter ijvert het actiecomité er naar om de fietspaden
langs de Putseweg op een vroeger tijdstip aangelegd te krijgen dan
aanvankelijk door de provincie was gepland. Er is een kostenraming
opgesteld welke sluit op 5-000,
Aangezien het niet de taak van de overheid is om actiegroepen te
subsidiëren is aangeraden met Veilig Verkeer Nederland contact op te nemen
om deze zaak gezamenlijk aan te pakken. Gebleken is echter dat de terzake
gevoerde besprekingen geen resultaat hebben gehad.
Voorgesteld wordt derhalve het actiecomité 400 subsidie te verlenen
onder voorwaarde, dat van alle activiteiten mededeling wordt gedaan aan
het gemeentebestuur en tevens dat t.z.t. rekening en verantwoording
wordt afgelegd.
Het raadslid Bensbach verklaart dat de activiteiten van de actiegroep
zich alleen mogen uitstrekken tot het bevorderen van de verkeersveilig
heid op de Putseweg.
Hij stelt derhalve voor de rekening en verantwoording niet t.z.t. doch
direct na afloop van de activiteiten rond de Putseweg te laten afleggen.
Zijn vraag of het een eenmalige subsidie betreft wordt door de voorzitter
bevestigend beantwoord.
De voorzitter deelt hierna mede, dat de Zuid-Westhoek gemeenten de plannen
voor de fietspaden van de Provinciale Waterstaat hebben ontvangen.
Afgesproken is dat de betrokken gemeentebesturen vóór 15 mei eventuele
op- en aanmerkingen zullen kenbaar maken.
Het ligt in de bedoeling dat de aanleg in 1976 in uitvoering zal worden
genomen.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
11.Voorstel tot het invoeren van een onroerend-goedbelasting.
Volgens mondelinge toelichting door wethouder Buijs, moet ingevolge
de wet van 24 december 1970 elke gemeente vóór 1 januari 1979 de
onroerend-goedbelasting invoeren.
Deze belasting zal zowel van de eigenaren als gebruikers worden geheven.
Met de invoering van deze belastingen komen de grondbelasting, personele
belasting, straatbelasting en rioolbelasting te vervallen.
Voorgesteld wordt te besluiten: a. tot invoering van de onroerend-
goedbelasting met ingang van 1-1-1977;
b.als grondslag te nemen de economische waarde voor alle objecten;
c. ongebouwde eigendommen als afzonderlijk belastingobject niet in de
belasting te betrekken.
Het raadslid Mevrouw Emke verklaart akkoord te gaan met de voorstellen
a. en b.
Voor wat betreft punt c heeft zij wel enige problemen o.a. voor wat
betreft de vrijstelling van de algemene begraafplaats ten opzichte
van de bijzondere joodse begraafplaatsen.
De voorzitter antwoordt hierop dat volstaan kan worden met de voorstellen
a en B voorstel kan later nog eens uitvoerig bestudeerd en besproken
worden, doch met deze twee punten kan worden verder gegaan.
Het raadslid Looijen merkt eveneens op dat dit laatste punt niet in de
commissievergadering aan de orde is geweest. Hij dringt er tevens pp
aan de schattingen van de eigendommen aan de raadsleden bekend te maken.
Hierdoor kunnen de raadsleden een inzicht krijgen in de verschillen, want
het zal uiteindelijk aan de raad zijn om mogelijke twistpunten te
behandelen.
De voorzitter merkt op dat nu reeds op de hele zaak wordt vooruit
gelopen. De raad zal t.z.t. alle mogelijke informatie krijgen.
Bij het opstellen van de verordening komen de taxaties vanzelf aan de
orde
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.