Daarnaast merkt hij op, dat het raadslid Bensbach een gedeelte van het rapport van de stedebouwkundige heeft voorgelezen, doch dat hij schijnbaar een belangrijk gedeelte over het hoofd heeft gezien, n.l., dat de Heer Croonen in het rapport ten aanzien van de militaire oefenterreinen een heel afwijkend standpunt in neemt dan ten aanzien van de Zoomweg. De voorzitter neemt hierna het voorstel terug en zegt toe in de eerstvolgende openbare raadsvergadering op deze aangelegen heid terug te komen. Voorstel tot het aan de openbaarheid ontjraekfen van wegen. De voorzitter geeft een korte toelichting, waarbij hij stelt, dat Gedeputeerde Staten bezig zijn met het opstellen van een nieuwe wegenlegger voor de gemeente Putte. Aangezien gebleken is dat enige wegen geheel zijn dicht gegroeid en ook geen dienst meer doen wordt voorgesteld de betreffende weggedeelten aan het open baar verkeer te ontrekken. Daarnaast dienen enige nieuwe wegen wel openbaar te worden verklaard. De ingediende bezwaarschriften zijn niet steekhoudend zodat voor gesteld wordt deze ongegrond te verklaren. De vraag van het raadslid Simons of de wegen op het grondgebied van Testers openbaar zijn, dit in tegenstelling tot hetgeen door reclamanten wordt gesteld, wordt door de voorzitter bevestigend beantwoord. Daarnaast verklaart de voorzitter dat de gemeente raad de bevoegdheid bezit wegen openbaar te verklaren, die ei gendom zijn van particulieren. De voorzitter zegt toe te zullen nagaan of aan de openbare wegen namen kunnen worden gegeven en of de mogelijkheid bestaat een wandelkaart te laten ontwerpen, eventueel in overleg met het V.V.V. Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders be sloten. Voorstel tot ontbinding van een pachtovereenkomst met J. Simons. De voorzitter geeft een korte toelichting op het voorstel. Een gedeelte van de gronden, welke in februari van de Heer Buijs zijn aangekocht zijn verpacht aan J. Simons. Deze laatste is bereid medewerking te verlenen aan ontbinding van de pacht overeenkomst mits aan hem een reêeLe vergoeding wordt uitbetaald. De taxateur heeft in september 1974 een rapport opgemaakt, waarbij hij aan een eindbedrag kwam van circa 9.400, Hij is hierbij uitgegaan van een foutief beginsel, zodat hij in maart 1975 een nieuw taxatierapport heeft opgemaakt, dat uitkomt op een bedrag van 37.000, Voorgesteld wordt dit laatste bedrag aan Simons uit te keren. Het taxatie rapport heeft bij het raadslid hooijen enige vraagteken opgeworpen. Eerst komt er een rapport, gedateerd 10 september 1974, dat sluit op circa 9.400,later, op 21 maart 1975 komt er een ander rapport, eveneens gedateerd 10 september 1974, dat ruim 28.000,hoger is. Uit informaties is hem gebleken, dat de waardebepaling niet ab normaal laag en ook niet abnnrmaal hoog is. Om het gehele plan niet tegen te houden gaat hij akkoord met het voorstel, doch hij vindt de sfeer, juist door deze taxatierap porten, niet erg prettig. Er zal daarom getracht moeten worden om dergelijke zaken in de toekomst te voorkomen. De voorzitter verklaart, dat de taxateur gezegd heeft, dat hij in de veronderstelling verkeerde, dat de pacht was opgezegd, doch dat later bleek, dat hij op grond van artikel 36 van de Pachtwet re cht heeft op een extra vergoeding. Het raadslid van Oirschot memoreert aan hetgeen hij tijdens de vorige vergaderingrgesteld, n.l. dat hij twijfels had over het taxatierapport, deze twijfels zijn nu bewaarheid.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1974 | | pagina 42