-8-
Het raadslid Mevrouw Emke antwoordt hierop, dat in de.periode
tussen de commissievergadering en de raadsvergadering "bepaalde
feiten naar voren kunnen komen, waardoor men van mening kan
veranderen. Bovendien heeft de voorzitter verklaard, dat men
in België ook niet gelukkig was met het tracé en dat hij het ook
niet zag zitten.
De voorzitter antwoordt hierop, dat hij verklaard heeft, dat hij
enige jaren geleden een bespreking heeft gehad met vertegenwoor
digers van de Rijkswaterstaat over het toen bekende tracé. Hij
heeft toen geen duidelijke uitspraak gekregen over het moment
waarop men met de aanleg zou beginnen. Ook nu ziet hij het nog
niet zitten wanneer begonnen zal worden.
Hij stelt hierna voor om het voorstel terug te nemen, teneinde
de leden in de gelegenheid te stellen deze aangelegenheid nog
maals te bestuderen. Hij verwacht echter, dat Gedeputeerde Staten
zullen verplichten om het tracé op te nemen voor het geval de
raad het bezwaarschrift van Rijkswaterstaat ongegrond verklaart.
Het raadslid Looijen merkt op, dat dit voor de verantwoording
is van Gedeputeerde Staten. De raad heeft zijn verantwoordelijk
heid en zal steeds moeten blijven strijden voor het behoud van
het natuurschoongebied.
Het raadslid de Bruijn vindt dat men te maken heeft met het
stellen van prioriteiten. Enerzijds betreurt ook hij dat bossen
moeten worden gekapt, anderzijds is het van het grootste belang
dat Putte ontsloten wordt door deze Zoonweg. Er wordt al jaren
gestreden voor het veilig maken van de Putseweg, door aanleg
van de Zoomweg, zal de verkeersintensiteit op de Putseweg aan
merkelijk minder worden, hetgeen een zeer belangrijke zaak is.
Daarnaast heeft hij ernstige bezwaren tegen het alternatief de
weg door de polders aan te leggen.
Het raadslid Bensbach verklaart hierna, dat in de bestemmings
voorschriften onder het hoofd "Wegen" vermeld is: de wegen zijn
in twee bestemmingen ondergebracht: onverharde en verharde wegen
hieronder is ook de aan te leggen rijksweg 19 begrepen. Hoewel
dit tracé zeer waardevolle bos- en natuurgebieden doorsnijdt is
de discussie, gezien de zeer beperkte lengte, niet in de be
schouwing betrokken.
Ten aanzien van het voorgestelde alternatief deelt hij nog mede,
dat de Minister dit variant met zijn Belgische ambtsgenoot heeft
besproken en dat de gezamenlijke conclusie was, dat het niet zin
vol was dit tracé in het onderzoek te betrekken. Op vragen van
de burgemeester van Essen aan de Minister van Waterstaat van
België waar de Zoomweg de rijksgrens zal passeren heeft deze laat
ste geantwoord, dat hij met zijn Nederlandse ambtsgenoot was over
eengekomen, dat dit op ongeveer 2 km afstand van de kom van Putte
zal zijn.
Een wijziging van dit standpunt zou in België aanzienlijke ver
traging en onoverkomelijke moeilijkheden met zich mee brengen.
Hij trekt hieruit de conclusie dat het tracé zoals dit in het be
stemmingsplan is opgenomen juis is.
Hij is van mening, dat men deze zaak niet langer mag drukken ten
einde zo spoedig mogelijk tot goede resultaten te komen.
Enerzijds wordt tegenwoordig alles in het werk gesteld om de Put
seweg zo spoedig mogelijk van het zware verkeer te ontlasten, ter
wijl daartegenover alles in het werk wordt gesteld om de aanleg
van een vervangende weg tegen te houden.
Het raadslid Mevrouw Emke merkt op, dat hier geen sprake is van
tegenhouden. Tijdens de betreffende commissievergadering is er
naar haar mening veel te weinig aandacht aan dit onderdeel be
steed.
Het raadslid Looijen meent, dat het raadslid Bensbach op de stoel
van de beide ministers gaat zitten. Hij dient echter niet uit het
oog te verliezen, dat de gemeente zelf een grote mate van ver
antwoordelijkheid" heeft.