door alle eigenaren, dus niet alleen de boseigenaren. Zoals in de vergadering van de commissie financiën is toegezegd zal het college deze aangelegenheid laten onderzoeken, Hierna vraagt het raadslid Looijen om de gemeenteraad regelmatig op de hoogte te houden van de hele gang van zaken hij de brandweer, met name denkt hij hierbij aan brandrapporten en rapporten over eventuele andere calamiteiten. Wethouder Buiis zegt toe deze aangelegenheid te zullen bespreken. Naar zijn mening brengt de brandweercommandant van elke calamiteit verslag uit. Daarnaast zal getracht worden een jaarverslag op te stellen. Hoofdstuk III.volgnummer 180. Bescherming bevolking. Op de vraag van het raadslid Looijen hoe het staat met de organisatie van de B.B. en hoeveel personen uit Putte bij deze instelling zijn ingeschakeld antwoordt de voorzitter dat de minister momenteel bezig is om deze zaak te reorganiseren. Er is op dit moment in Roosendaal een staf en een klein aantal B.B.-ers. In geval van rampen kan echter ten alle tijden een beroep op de B.B. worden gedaan en kan gebruik worden gemaakt van de daar voorradige reddingsmiddelen •Hoofdstuk IV,volgnummer 202. De vraag van het raadslid Looijen of de kosten van de bestrijding van ongedierte verhaald worden wordt door wethouder Buijs bevestigd. Aangezien het echter heel moeilijk is de bron van een dergelijke plaag te vinden zijn in het verleden de kosten van bestrijding niet bij de mensen in rekening gebracht. Hoofdstuk IV, volgnummer 204. Kosten van bestrijding van tuberculose. Wethouder Buijs antwoordt op de vraag van het raadslid Looinen wat de betekenis van deze post is, dat de kosten van bevolkingsonderzoeken op t.b.c. en eventuele andere kosten te dezer zake uit deze posten worden betaald. Hoofdstuk V.volgnummer 254. Uitkering wegens storting in de reserve tot dekking van het aan de exploitatie van woning verbonden risico, als bedoeld in art.22 van het Besluit geldelijke steun volkshuisvesting. Op de vraag van het raadslid Looijen naar de juiste betekenis van dit volgnummer antwoordt de comptabele, dat deze uitkering niet gezien moet worden als een bijdrage in een eventuele huurschuld, vergoeding van eventuele schade of iets dergelijks. In de beschikkingen van het ministerie betreffende exploitatie van woning wetwoningen wordt een bedrag opgenomen, dat de gemeente jaarlijks in een reservefonds moet storten. De gemeente mag alleen over deze risicoreserve beschikken als het ministerie hiertoe toestemming heeft gegeven. Deze gelden mogen b.v. worden aangewend ter dekking van de kosten van aanleg van voetpaden bij woningwetwoningen, het bijbouwen van een schuurtje, het treffen van voorzieningen aan douche of wc enz. De vraag van het raadslid Looijen of de risicoreserve ook mag worden aangewend ter dekking van huurschuld wordt door Wethouder Buijs ontkend, de woning vereniging zal zelf moeten trachten eventuele huurschulden in te vorderen. Op de vraag van het raadslid Simons of over de risicoreserve kan worden beschikt voor het treffen van voorzieningen aan waterclosets en douches antwoordt de comptabele, dat dit mogelijk is mits onder goedkeuring van het ministerie. In voorkomende gevallen zal een gedeelte van de kosten uit de risicoreserve kunnen worden betaald, terwijl het resterend gedeelte middels /worden een huurverhoging door de huurder zal moeten/gedragen. Hoofdstuk VI,volgnummer 282. Kosten van voormalig personeel. Op de vraag van het raadslid Looijen waarvoor het geraamde bedrag ad 3.000,dient antwoordt wethouder Buijs, dat dit het werkgeversaandeel is van de premie ziektekostenverzekering (de z.g. I.Z.A.-premie) voor de

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1974 | | pagina 120