63 preraieverkoopwoningen in het plan Hoge-Berg.
Hij heeft nadien contact opgenomen met de provinciale directie
van de Volkshuisvesting in Den Bosch over het verlenen van pre
mies, maar daar heeft men verklaard, dat dit Jaar geen pre
mies meer zullen worden afgegeven.
Men zal nagaan of in 1974 de eerste helft van de gevraagde 63
■verleend kan worden en in 1975 de rest. Hij heeft daarna con
tact gehad met de makelaar om de mogelijkheid te onderzoeken
om een aantal premievrije woningen te bouwen.
Over de brandweerwagen kan de voorzitter mededelen, dat de
provinciale Griffie aan Gedeputeerde Staten heeft voorgesteld
het krediet goed te keuren. Dit naar aanleiding van het feit,
dat de neveltankwagen kapot is geraakt bij de blussingswerk-
zaamheden bij de V/aal en deze wagen waarschijnlijk niet meer
hersteld kan worden.
Naar aanleiding van deze brand deelt de voorzitter nog mede,
dat dankzij de samenwerking van diverse korpsen gelukkig is
voorkomen kunnen worden, dat deze rampzalige gevolgen zou
krijgen. Hieruit blijkt wel weer de goede kant van regionale
samenwerking, want op het eerste verzoek van onze commandant
zijn verschillende korpsen naar Putte gekomen om te assisteren.
Daarnaast deelt de voorzitter mede, dat hij nog diezelfde
dag een onderhoud heeft gehad met de brandweerinspecteur,
die -ondanks alle geruchten die door Putte gaan van de brand
weer was te laat en dergelijke, maar wat persé niet waar is-
niets dan lof had voor onze brandweer en de korpsen uit de
omgeving.
Toen hij de restanten van de brand zag zei hij;" Dit is nu
het resultaat van eendrachtig samenwerken en bijtijds de
brand beginnen te blussen"
Hierbij doelde hij op het grote gevaar dat bestaan had, dat
de brand zou overslo.an op de belendende percelen.
Binnenkort krijgen wij een rapport, dat met de commandanten
en de inspectie zal worden besproken.
Maar hij vindt het op zijn plaats om namens de raad een woord
van dank te spreken aan alle korpsen en aan alle vrijwilligers,
die hebben deelgenomen aan de bestrijding van deze brand.
Naar aanleiding van een vraag van het raadslid Bensbach hoe
het staat met de invordering van de plaatselijke belastingen
en de achterstallige huur, welke posten vermeld staan in het