als alleenstaande gemeente niet meer kan bekostigen.
Het raadslid van Linden verklaart zich tegen het voorstel.
Het raadslid Bensbach ziet in het geheel een afbrokkeling van
de gemeentelijke autonomie. Men kan er niet met goed fatsoen
onderuit, maar v/e worden min of meer gedwongen om deel te nemen.
In feite zijn wij het kind van de rekening, omdat wij de bij
drage moeten leveren. Uiteindelijk kunnen ze niet buiten de
kleine gemeenten maar de belangen zijn zo minimaal, dat we ge
woon niet mee tellen. Het feit alleen al dat Bergen op Zoom op
zo'n oververantwoorde wijze met onze gelden heeft omgesprongen,
vind ik niet goed.
Ergens zijn dat verantwoordelijke mensen, die daar zitten; ze
besteden gelden van andere gemeenten en moeten daar op de eerste
plaats bijzonder attent op zijn. Ik maak ernstig bezwaar tegen
de manier waarop met ons geld wordt omgesprongen en vind dat een
ernstige tekortkoming.
Dit is mijn standpunt en de houding over de wijze van het be
sluit dat de raad destijds genomen heeft, is bij mij ongewijzigd.
Ik zie het nut hiervan niet in; zoals onze vorige burgemeester
voorgesteld heeft, was hij het volkomen met de raad eens, dat
wij deze houding aannamen ten aanzien van dit structuurplan.
De Voorzitter stolt, dat de heer Bensbach kan zeggen dat de be
langen van de grootste gemeenten het grootst zijn, maar daar
staat tegenover dat ook de kostenverdeling dienovereenkomstig is,
Putte b.v. betaalt 3% terwijl Bergen op Zoom 30% van deze kosten
betaald.
Het raadslid Bensbach adviseert om in de toekomst voorzichtiger
te zijn met de regionale samenwerking, het wordt een steeds gro
tere belasting met al deze regelingen.
Het raadslid Janssens verklaart nogmaals tegen te zijn en vraagt
stemming.
Het raadslid Sluijts stelt, dat hij tijdens de Radendag in Ossen-
drecht de bezwaren van de verschillende gemeenten tegen het stand
punt van Putte heeft aangehoord. Hij kan zich verenigen met het
standpunt als zij stellen, dat Putte destijds akkoord is gegaan
en dat het niet elegant is om niet bij te dragen in de kosten,
die gemaakt zijn. Ik heb dat toen niet kunnen bekijken maar ben
nu van mening, dat we het wel moeten doen.
De Voorzitter verklaart hierna dat burgemeester en wethouders
op de Radendag met opzet dit punt aan de orde hebben gesteld om