Het raadslid van Linden vraagt of het de bedoeling van het college
is om deze gronden te bestemmen tot plantsoen daar het hem opvalt,
dat er steeds meer gras op komt.
De Voorzitter ontkent dit en stelt, dat de gemeente-arbeiders af
en toe het terrein afmaaien om het bespeelbaar te maken voor de
jeugd.
Het raadslid Janssens stelt dat hij vernomen heeft, dat spelende
kinderen van het terrein waren afgejaagd en vraagt het college
het gemeentepersoneel erop te attenderen, dat de kinderen op dit
terrein mogen spelen, aan welk verzoek zal worden voldaan.
Zonder dat nog iemand het woord verlangt of stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
8.Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen vestigen
van een erfdienstbaarheid ten behoeve van het gemeentelijk op
slagterrein.
Aan de hand van het voorstel geeft de Voorzitter nog een korte
toelichting, waarbij hij tevens opmerkt, dat in het concept geen
recht is opgenomen. Naar hij verwacht zal een bedrag van 50,
voldoende zijn.
Het raadslid Janssens vraagt of het college bij het voteren van
het krediet voor het verplaatsen van de toegangspoort, wist dat
deze grond geen eigendom was van de gemeente.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit bekend was maar dat het
college gewacht heeft op de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
alvorens over deze zaak contact op te nemen met Baron van der
Straten-Waillet
Het raadslid Janssens merkt op, dat de raad dus in eerste in
stantie een besluit heeft genomen zonder te weten of men deze
grond kon benutten.
De Voorzitter antwoordt, dat dit inderdaad het geval was maar
dat hij het beter geoordeeld had om deze procedure te volgen,
daar het college tevens van mening was dat de Baron welwillend
tegenover dit plan zou staan.
Op de vraag van het raadslid Janssens waarom de gemeente deze
grond niet aankoopt, antwoordt de Voorzitter dat de Baron er de
voorkeur aan geeft om de grond in eigendom te houden.
Zonder dat iemand nog het woord of stemming verlangt, wordt over
eenkomstig het voorstel va.n burgemeester en wethouders besloten.