a
-6-
dat
De heer Janssens zegt als bouwergunning was geweigerd de
gemeente de scheidingsmuur had moeten afbreken.
De Voorzitter zegt, dat voor de ingevolge het burgerlijk
wetboek terecht op de erfscheiding geplaatste muur,geen
enkele reden om de bouwvergunning te weigeren aanwezig was.
Voor een erfscheiding, die hoger is dan 1.50meter, is volgens
de bouwer ordening wel vergunning vereist.
De heer Janssens vraagt of de brandgang achter de tuinen van
de woningen aan de Dionysiusstraat op 3 meter wordt gebracht
of wordt gelaten zoals die nu is.
De Voorzitter zegt, dat zo mogelijk de brandgang op 3 meter
wordt aangehouden.
De heer Janssens zegt, dat het wellicht impliceert, dat er
een stuk van de achtertuinen van de woningen aan de Dionysius-
straat wordt afgenomen.
De Voorzitter zegt, dat de perceelsgrenzen door het kadaster
moeten worden aangegeven. Ter plaatse lijkt het wel dat men
erg wispelturig met de plaatsing van de afrasteringen van de
achtertuinen is geweest.
A De heer Janssens zegt, dat volgens zijn weten de inmiddels
op aanwijzing van het kadaster geplaatste erfscheidingspalen
wel zullen blijven staan.
De Voorzitter zegt, dat de te ver geplaatste afrasteringen terug
zullen moeten. Het zal worden bekeken als het opraetingsrapport
van het kadaster te Breda ontvangen is.
De heer Janssens vraagt wanneer tot het verplaatsen van het nood-
gemeenschapshuis in de Dionysiusstraat wordt overgegaan.
De Voorzitter zegt, dat het zeer binnenkort zal gebeuren.
De heer Bensbach zegt, dat geruime tijd geleden door een aantal
inwoners een klacht bij het gemeenteraad is ingediend over het
woonwagenkamp aan de Koppelstraat. Op het bezwaarschrift is nog
steeds geen beslissing genomen.
De Voorzitter zegt het te zullen nakijken.
De heer Bensbach zegt, dat er is geklaagd door de bewoners van
de Koppelstraat omdat nog steeds geen antwoord is ontvangen.
De Voorzitter zegt toe het te zullen nagaan en in de volgpnde
W vergadering op deze zaak terug te zullen komen.
De heer Janssens vraagt nogmaals aan de Voorzitter om de stem-
A briefjes te vernietigen.
Onder het verscheuren van de stembriefjes zegt de Voorzitter
nu aan de vraag te voldoen.
XVI. Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de ver
gadering met het gebruikelijke gebed.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Putte in
zijn openbare vergadering van -| 2 SEP 1972
De Wethouder,
De Raad voornoemd,
orzitter%