-2-
De Voorzitter geeft een nadere toelichting betreffende dit
agendapunt en stelt, dat deze aanvraag ex.art.72 der Lager
Onderwijswet 1920 voldoet aan de formele eisen dienaan
gaande gesteld, terwijl de inspecteur van het Lager Onder
wijs terzake een goedgunstig advies heeft uitgebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten.
VIIVoorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaar
stelling van een krediet voor de aankoop van een elec-
trische tel- en rekenmachine". 17e wijz.begr. 1972)
De Voorzitter geeft ook omtrent dit agendapunt een nadere
toelichting en stelt, dat in verband met de steeds toe
nemende werkzaamheden ter secretarie de behoefte aan een
3e telmachine zich steeds meer doet gevoelen. De thans in
gebruik zijnde 2 machines staan op de afdeling Financiën,
terwijl tijdens de controles van het Verificatiebureau het
dikwijls op elkaar wachten is voor het gebruik van een
telmachine.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
Q het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
VIII. Voorstel van burgemeester en \»rethouders tot het verlenen
van een eenmalige subsidie aan de Stichting Centrale voor
pleeggezinnen Noord-Brabant en Limburg (18e begr.wijz.1972)
De Voorzitter stelt, dat het in de tegenwoordige tijd steeds
moeilijker wordt om pleeggezinnen te vinden, zodat de betref
fende ouderloze kinderen aangewezen blijven op internaten.
De werkzaamheden van de betreffende Stichting worden gesub
sidieerd door het rijk behalve voor wat betreft die verband
houden met deze enquête. Hiervoor wordt aan de gemeente
besturen op basis van het inwonertal een subsidie gevraagd,
hetgeen voor onze gemeente neerkomt op een bedrag van 163,50.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot opheffing van de
gemeenschappelijke regeling "Bosbrandweer"
De Voorzitter geeft ook betreffende dit agendapunt een na-
M dere toelichting. Hij stelt, dat de gemeente in 1949 een
gemeenschappelijke regeling heeft aangegaan en dat sedert
dien een nieuwe regeling is tot standgekomen, welke door
Gedeputeerde Staten is goedgekeurd.
Het raadslid van Linden informeert naar zijn aanwijzing als
plaatsvervangend lid.
De Voorzitter antwoordt, dat dit het volgende agendapunt
betreft.
Overeenkomstig het voorstel wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming besloten.
XVoorstel van burgemeester en wethouders tot benoeming van een
lid en een plaatsvervangend lid van de regionale brandweer
Bergen op Zoom.
De Voorzitter deelt mede, dat het voorstel van B en is om
het raadslid Sluijts tot lid en het raadslid van Linden tot
plaatsvervangend lid te benoemen.
Het raadslid van Linden vraagt een nadere uiteenzetting van
hetgeen een dergelijk lidmaatschap inhoudt.
De Voorzitter geeft terzake een nadere toelichting en deelt mede,