-16-
bezwaren zijn tegen gerezen.
De Voorzitter antwoordt, dat het Ministerie er grote be
zwaren schijnt tegen te hebben. Zoals uit de pers bekend,
is er een landelijk onderzoek gaande over verpleeghuizen,
waarbij vooral de financiering en de kosten voor de be
woners in ogenschouw worden genomen. De instemming met de
uitvoering van de bouw van het verpleeghuis is nog inge
komen. Hij zegt een sterk vermoeden te hebben, dat de bouw
van het verpleeghuis niet direct tot stand zal komen, ofschoon
er nog bewegingen zijn in een andere richting.
Het raadslid Bensbach informeert of er bezwaar bestaat van de
zijde van de Inspecteur van de Volksgezondheid.
De Voorzitter zegt, dat het van de zijde van de Provinciale
Adviescommissie, waarvan het hoofd Dr.Rutgers ia.
Het raadslid Bensbach zegt, dat destijds toch de indruk is
gex^ekt, dat men in principe accoord ging.
De Voorzitter antwoordt, dat de laatste tijd deze zaak geheel
is gewijzigd en op de helling staat.
Het raadslid Bensbach vraagt of het dan niet zo ligt, dat
als aan de bouw van het verpleeghuis geen gevolg kan worden
gegeven, men spoorslags een andere bestemming aan het betref
fende gebied moet geven.
De Voorzitter zegt, dat het opgemerkte in het College van
B en W is besproken maar eerst nog de definitieve beslissing
wordt afgewacht.
Het raadslid Bensbach zegt, als er toch een definitieve af
wijzende beslissing kan worden verwacht het nu al zaak is,
dat men voorbereidingen treft voor wijziging van de bestem
ming van het onderhavige gebied.
De Voorzitter antwoordt, dat het wel moeilijk ligt om thans
reeds de bestemming van het gebied te wijzigen omdat de be
slissing zeker nog wel drie maanden zal uitblijven.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat men het Ministerie het
eventueel kan afvragen.
Het raadslid Janssens vraagt nog hoever men met het afbreken
van klandestiene gebouwen terug kan gaan en of dat 5 jaar is.
De Voorzitter zegt, dat het altijd kan maar het wel een
grote vraag is,hoelang heeft men het reeds getolereerd en is
het nog fatsoenlijk om het nu nog te doen#</
Het raadslid Janssens merkt op, dat de personen in kwestie
met een tijd van 3 jaar kunnen komen van klandestiene
bouwsels, die er in werkelijkheid al wel 6 jaar staan.
De Voorzitter stelt, dat er vanuit dient te worden gegaan, dat
alles wat klandestien is gebouwd afgebroken moet worden. Hij
zegt ook het inzicht van de heer Bensbach, dat neerkomt op
"gelijke monniken gelijke kappen", volkomen te delen. Het is
niet de bedoeling om rigoreus en stotend te werk te gaan.
Hij zegt, dat ook voor bouwsels die er nu eenmaal al staan,
met zonodig door het aanbrengen van enige veranderingen aan
betrokkenen de gelegenheid zal worden geboden om alsnog de
vereiste bouwergunning aan te vragen.
XXI.
Sluiting.
Verder niets meer aan de orde zijnde,sluit de Voorzitter de
vergadering met het gebruikelijke gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergsjdefn^ig van $e Raad der
gemeente Putte op - (J JjjN 1072
aaff/oo]
De Ra
De Wethouder