-2-
e. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van
23 februari 1972, houdende goedkeuring van het raads
besluit van 7 september 1971, inzake delegatie van de
bevoegdheid tot aankoop van gronden en opstallen in het
winkelcentrum.
Met betrekking tot punt e vraagt het raadslid Janssens
hoelang de volmacht geldt en of die onbeperkt is.
Be Voorzitter antwoordt, dat alleen de handelingen aan
B en zijn gedelegeerd en de votering van de benodigde
credieten tot de competentie van de raad blijft. Hij her
haalt, dat de delegatie alleen handelingen betreft.
Het raadslid Bensbach informeert of het niet uitsluitend
de in het besluit genoemde gronden betreft.
Be Voorzitter zegt, dat het wel het geval in de doorbraak
bij Albert Heijn is.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken
voor kennisgeving aangenomen.
I IV. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van een kasgeldleningenbesluit voor het 2e kwartaal 1972.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en
conform het aangeboden concept-besluit wordt het maximum
aan op te nemen kasgeldleningen voor het tijdvak 1 april
tot 1 juli 1972, bepaald op een bedrag van 1.300.000,
V. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verkoop van
grond. (Provincie Noord-Brabant).
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders en conform het aange
boden concept-besluit tot verkoop van een strook grond aan
de Provincie Noord-Brabant te s-Hertogenbosch voor de
prijs van 5.701,besloten.
VIVoorstel van burgemeester en wethouders tot toekenning van
een uitkering-ineens aan het daarvoor in aanmerking komend
gemeente-personeel
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders
I en conform de aangeboden concept-verordening wordt zonder
hoofdelijke stemming tot de vaststelling van de onderhavige
verordening besloten.
VIIVoorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van de Bezoldigingsverordening 1972.
Be Voorzitter merkt op, dat het hier altijd de gewoonte
is, dat de bezoldigingsverordening elk jaar opnieuw in de
raad aan de orde komt. Hij zegt, dat de bezoldigingsveror
dening praktisch hetzelfde is gebleven en maar op een punt
een wijziging heeft ondergaan en wel artikel 13, dat een
nieuwe inhoud heeft gekregen, waarvan hij voorlezing doet.
Het raadslid Bensbach stelt, dat het nu over een taakver
schuiving gaat die vroeger ook door de ontvanger is ver
richt
Wethouder de Bruijn antwoordt, dat het inderdaad het geval
is en het een overschakeling is naar de functie ontvanger
nieuwe stijl, waardoor de administratie van sociale zaken
overgaat naar afdeling financiën.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat het zuiver het finan
ciële gedeelte is en hij daarin een zekere onbillijkheid
ziet. Bestijds is sociale zaken volledig door de ontvanger