-12- betrokkenen in deze tegemoet moet komen. De Voorzitter antwoordt, dat het College van B en gebonden is aan de betreffende bebouwingsvoorschriften en aan eisen van welstand. Als door omstandigheden wijziging daarvan geëist wordt, ligt de beslissing hiervan bij de raad. Het is in principe wel zo, dat een stenen garage in woonwijken het meest aantrekkelijke is maar er dan ook streng de hand aan moet worden gehouden. Het raadslid Bensbach merkt op, dat er wel meer in strijdt met de bebouwingsvoorschriften is als men denkt aan ge bouwde garages en duivenhokken. Hij vraagt als wanneer men zich strikt aan de bebouwingsvoorschriften en eisen van welstand houdt,wat het dan met duivenhokken wordt. In principe zegt hij het met het opgemerkte wel eens te zijn, maar zich wel afvraagt waar dan de grens ligt. De Voorzitter zegt, dat het dan een zuiver oogpunt van de raad dient te zijn. Het raadslid Bensbach zegt, dat er wel onderscheid is te maken tussen nieuwe en oude woonwijken en het in een bepaald gedeelte wel en in een ander gedeelte niet kon toe staan. De Voorzitter antwoordt, dat het eon moeilijke zaak is, I-let het oprichten van duivenhokken,ligt het zijns inziens wel iets anders als met de bouw van garages. Indien van behoorlijke constructie kan men bij duivenhokken, dat ook uit het oog punt van sport en recreatie moet worden gezien, veel meer tolerantie geven don bij de bouw van garages. Bij huur woningen komt het wel iets anders te liggen maar don hoeft de bouw van een stenen garage heus niet veel duurder te zijn als een degelijke houten garage. Hij stelt, dat men ook in deze de ordelijke bouw dient te bevorderen. Het raadslid Bensbach zegt, dat hij het zeer op prijs zal stellen, dat in de toekomst deze zaken meer aandacht van B en krijgen en'daarbij zoveel mogelijk met het door hem opgemerkte rekening zal worden gehouden en zoals in een destijds gehouden raadsvergadering ten aanzien van de duivensport ingenomen standpunt bij de bouw van duiven hokken de meest mogelijke soepele houding te handhaven. De Voorzitter vindt het een moeilijke zaak om iets con creets te kunnen toezeggen en merkt daarbij op, dat er nog wel meer moeilijke punten zijn ondermeer als men het westelijk bosgebied in de gemeente bekijkt. Hij zegt, dat in het westelijk bosgebied verkavelingen geschieden en caravans worden geplaatst, dat wanneer die situatie zo doorgaat alle bosgebied bouwgebied wordt. Op het ogen blik is de gemeente bezig met het opmaken van een staat van nieuwe grondeigenaren, waarvan er diversen onrecht matig een caravan of een andere voorziening op hun eigendom hebben staan. Hij stelt, dat men bij de plaatsing van de eerste caravans reeds had moeten ingrijpen en hier thans aan deze angstwekkende zaak een halt moet toeroepen. Het raadslid Bensbach wijst op het in de pers gepubliceerde over vrijer komperen, zij het dan wel bij boeren. De Voorzitter smtwoordt, dat het hier bosgebied is, waarin een ongeoorloofde ontwikkeling wordt teweeggebracht. Hij zegt, dat de rem er afgeworpen is en er mistoestanden ont staan zijn. Hij stelt, dat men er druk mee bezig is om hier tegen maatregelen te nemen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1972 | | pagina 35