van "Hazeduinen" kan afwachten.
Het raadslid Janssens merkt op, dat de zwembaden op "Haze
duinen" in eerste instantie wel voor de eigen kampeerders
zullen zijn en er ook geen enkele overeenkomst met de ge
meente meer is, waardoor het gebruikmaken van de zwembaden
door de plaatselijke bevolking niet zal gaan.
He Voorzitter zegt, dat het laatst opgemerkte lang nog
niet zeker is en "Hazeduinen" deze zaak ook wel economisch
zal bekijken.
Het raadslid Janssens merkt op, dat het zwembad dan toch wel
overvol met eigen kampeerders zal zijn en er voor andere
geen mogelijkheid zal zijn.
He Voorzitter antwoordt, dot het overal zo is, moor er
ook nog andere voorzieningen bij een zwembad zijn zoals
een zonneweide, waar men tegelijkertijd gebruik van kan
maken. Over het algemeen blijkt het ook wel, dat een zwembad
vrij gauw groot genoeg is.
Het raadslid Janssens merkt nog op, dat er toch wel een
grote behoefte aan een zwembad is. Hij vraagt verder hoever
het staat met de nieuwe kladblocs voor de raadsleden,
waarover reeds eerder gesproken is.
He Voorzitter zegt, dat het wordt genoteerd.
Het raadslid Janssens zegt verder, dat er over de illegale
bouw in Nederland ook in de pers nogal heel wat is te doen.
Ondermeer wordt daarin gerept over verzoeken van plaatse
lijke aannemers aan gemeentebesturen om ten aanzien van het
bouwen door beunhazen in de bouwvergunning daarvoor een
verbodsbepaling op te nemen. Hij vraagt of B en W dit ook
van plan is.
He Voorzitter zegt de indruk te hebben, dot de gemeente
daar weinig aan kan doen. Hij stelt, dat B en W alleen bouw
vergunning moeten verlenen en verder buiten de zaak staat.
Het raadslid Janssens zegt, dat de taak van B en W toch
verder reikt en de vraag rijst hoe het anders uit de grond
komt
He Voorzitter antwoordt, dat er uiteraard wel deskundig
toezicht van de gemeente op de bouwwerken is.
Het raadslid Janssens vraagt of B en W op verzoek van
plaatselijke aannemers eventueel de eerder bedoelde verbods
bepalingen de te verlenen bouwvergunningen zal opnemen,.
He Voorzitter zegt, daar geen taak van de gemeente in te zien.
Het raadslid Bensbach stelt, dat er in de bouwsector grote
onrust heerst over garages die moeten worden afgebroken. Het
nadruk zegt hij eerst te willen stellen, dat tegen klandestiene
bouw moet worden opgetreden en door B en W opdracht dient
te worden gegeven om de zaak af te breken. Hij zegt, dat het
ook gebeurt, dat klandestiene gebouwde garages waarvan het
College van burgemeester en wethouders volledig op de hoogte
is oogluikend worden toegestaan.. Hij stelt nog verder te
kunnen gaan en zegt, dat de wethouder van openbare werken er
zelfs aan^mede gewerkt heeft door er materialen voor te
leveren. Een feit is, dat aan een inwoner oogluikend de bouw
van een garage is toegestaan en die garage, die er al een
jaar staat, nuplotseling moet afbreken.Hij stelt, dat hier
door een chaotische toestand in de hand wordt gewerkt. Hij
herhaalt, dat de wethouder van openbare werken van deze toe
stand volledig op de hoogte is en het bovendien ook zo in de
naaste omgeving van de wethouder zijn woonhuis is, waar