woningstichting toe zal moeten gaan, waarop hij al her
haaldelijk heeft gewezen. Het is hem bekend, dat met de
Stichting Steenbergen minder prettige ervaringen zijn op
gedaan, dat echter geenszins wil zeggen, dat men dan zonder
meer maar van een eigen woningstichting moet afstappen. Hij
stelt, dat men de pogingen om tot een eigen woningstichting
te komen dient door te zetten en de zaak er niet bij moet
laten zitten maar moet blijven ijveren om tot een eigen
woningstichting te geraken. ïlij zegt uit het antwoord van
wethouder de Bruijn te hebben begrepen, dat er sinds vorig
jaar niets meer aan deze urgente zaak is gedaan.
Wethouder de Bruijn herhaalt, dat deze zaak besproken is
met het Ministerie en er anderzijds de mogelijkheid voor
aansluiting bij de woningstichting Woensdrecht overblijft.
Hij zegt, dat voor een eigen woningstichting de gemeente
een te klein woningbezit heeft.
De Voorzitter merkt op, dat het echter toch wel zo is, dat
het woningbestand van de gemeente steeds uitbreidt en het
thans weer over 13 woningen gaat en er het volgende agenda
punt weer 15 bijkomen, waardoor het woningbestand van jaar
tot jaar steeds toeneemt. Hij zegt als het in het verleden
is geweest als door wethouder de Bruijn is aangevoerd en er
dus niet voldoende woningen waren, men toch moet proberen
om een eigen woningstichting in het leven te roepen. Hij
zegt, dat wethouder de Bruijn daarover met het Ministerie
van Volkshuisvesting nader contact dient op te nemen en
misschien kan achterhalen bij welke hoeveelheid van woningen
de oprichting van een eigen woningstichting wel een haalbare
zaak is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaar
stellen van een krediet voor de bouw van 13 woningwetwoningen
in de omgeving van de Ligusterstraat en tot de vaststelling
van de daarop betrekking hebbende 7e begrotingswijziging
1972 en de 1e wijziging van de begrotingen van het woning- en
grondbedrijf 1972, zoals die in concept zijn aangeboden,
besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot de bouw van 15
woningwetwoningen in de omgeving van de Keizerstraat.
Voorzitter vraagt wie van de raadsleden over dit punt
het v/oord verlangt.
Het raadslid Janssens acht het wenselijker om de ohder—
havige woningen aan de Ligusterstraatwaarvoor de gronden
tevens bouwrijp zijn, te bouwen.
DeVoorzitter zegt, dat deze zaak in B en W zeer uitvoerig
is behandeld en daarbij aan de gelijktijdige uitbreiding
van de Keizerstraat met riolering is gedacht. Het is er'
een onhoudbare toestand. Tevens worden de gronden thans
te koop aangeboden en een en ander aanleiding heeft gegeven
om de woningen aan de Keizerstraat te bouwen,
bethouder de Ligt deelt nog mede, dat door de aanleg van
straten en riolering 69 woningen op de riolering kunnen
aansluiten en dit hoofdzakelijk de reden is voor de bouw
van de onderhavige woningen aan de Keizerstraat.
Het raadslid Janssens merkt op, dat de woningen in een heel
plan zijn geprojecteerd, waarin het gaat over nieuwe door
braken en verbreding van straten, waarvan een weg zelfs dwars