toegezegd. Hoewel het antwoord achterwege is gebleven, heeft
hij in de pers over de bepaalde afstand gelezen. Hij stelt,
dat men die afstand ondermeer in de St.Dionysiusstraat dan
toch wel met franse meters heeft gemeten.
De Voorzitter antwoordt, dat het door het hoofd van de
technische dienst en opperwachtmeester Ketellapper zal
worden nagegaan. Hij merkt op, dat de laatste er praktisch
geen tijd voor heeft, wat hijzelf heeft bemerkt. Hij zegt,
dat het door raadslid Sluijts en raadslid Bensbach opge
merkte nader met de politie zal worden bekeken en besproken
en in de volgende vergadering terug aan de orde komt.
Met de overige verkeersmaatregelen zoals in het aangeboden
concept-besluit vermeld, wordt zonder hoofdelijke stemming
accoord gegaan,
Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaar
stelling van een krediet voor de bouw van 13 woningwet-
woningen in de omgeving van de Ligusterstraat (7e begro-
tingswi jziging 1972).
De Voorzitter vraagt 'of iemand van de raadsleden over
dit punt het woord verlangt.
Het raadslid Bensbach stelt, dat uit de stukken blijkt,
dat de huurprijs per woning per maand 196,05 zal be
dragen, welke verhoging ook wel niet de laatste zal zijn.
Het is angstwekkend en hij vraagt zich af of de mensen
wel in staat zullen zijn om die huurprijs op te brengen.
Woningwetwoningen worden overwegend als goedkopere woningen
beschouwd, die meestal worden betrokken door jonge gezinnen,
waarvoor deze huren ondraaglijke lasten zijn.'Verder
krijgen zij dan nog te maken met onzekere kosten, zoals
verwarming, electriciteit en waterverbruik. Hij zegt, dat
het alles van de jonge gezinnen, met pakweg een leeftijd
van 23 of 24 jaar, een kwart van het inkomen vergt en het
een hopeloze zaak is om daarmee rond te komen. De praktijk
heefthet ook al uitgewezen bij de vorige woningwetwoningen,
waaruit personen wegens het niet kunnen opbrengen van de
lasten gedwongen waren om te verhuizen. Hij vraagt of dat
hiernu niets aangedaan kan worden. Hij stelt, dat hij
in zijn algemene beschouwingen de oprichting van een eigen
woningstichting ter sprake heeft gebrachtwaarin hij een
mogelijkheid voor het bouwen van woningwetwoningen met la
gere huurprijzen,speciaal voor de minderdraagkrachtigen,
ziet. Toegezegd werd, dat alsnog getracht zou worden deze
zaak op poten te zetten. Hij vraagt in welk stadium de
plannen van de oprichting van een eigen woningstichting
verkeren en merkt op, dat het ruim een jaar geleden is.'
Wethouder de Brui.in antwoordt, dat deze zaak"besproken is
met het Ministerie van Volkshuisvesting en van die zijde is
gesteld, dat men maar bij de Stichting Steenbergen moet
blijven. Voor een eigen woningstichting wordt een bepaalde
draagvlakte geëist. Hij merkt op, dot het Woensdrecht wel
is gelukt, v/aar men wel bij zou kunnen aansluiten, maar
waarvoor Ossendrecht en Huijbergen geen interesse hebben.
Op het ogenblik is een eigen woningstichting voor Putte
een onhaalbare zaak.
~r-1.raadslid Bensbach vindt het antwoord van wethouder de
Lruijn onvoldoende en zegt, dat gegronde motieven ontbreken.
Hij stelt, dat de gemeente uiteindelijk toch naar een eigen