van de Uitkerings- en Pensioenverordening wethouders van
de gemeente Putte besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling
van verkeersmaatregelen.
De Voorzitter zegt, dot het laatste besluit van 4 maart
1969 dateert en deze aangelegenheid opnieuw met de Groeps
commandant van de Rijkspolitie nader is bekeken. Voorgesteld
wordt tot de in het concept-besluit genoemde verkeers
maatregelen te besluiten. Hij vraagt of iemand van de ver
gadering over dit punt het woord verlangt.
Het raadslid Sluijts zegt het met het voorstel in zijn ge
heel wel eens te zijn, maar ten aanzien van het in punt II
gestelde stopverbod graag een wachtverbod had gezien. Hij
acht het een moeilijk geval, omdat daarvoor aan de west
zijde van de St.Dionysiusstraat speciale voorzieningen
getroffen zijn. Hij zegt, dot het in hoofdzaak gaat over
het oostelijk gedeelte van de St.Dionysiusstraat bij de.
kleuterschool. Vooral bij slecht weer maken diverse ouders
gebruik van een auto voor het naar school brengen van hun
kinderen. Behalve het plaatsgebrek aan de westzijde van de
St.Dionysiusstraat nabij de kleuterschool zit er het ge
vaar in, dot bij het uitgaan van de school de kinderen
plotseling de straat overlopen en door het doorgaand verkeer
wordengegrepen. Hij vraagt om een wachtverbod voor het
oostelijk gedeelte van de St.Dionysiusstraat nabij de kleuter
school te overwegen.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat voor de St.Dionysius
straat geen parkeerverbod meer geldt maar het nog wel geldt
voor de Julianastraat.
Secretaris van Kaam merkt op, dat het in de Julianastraat
een stopverbod is.
Het raadslid Bensbach vraagt waarnee dit verband houdt. Hij
zegt, dat de maatregel destijds is genomen voor de B.B.A.-
busroute. Hij acht het instellen van een stopverbod in de
Julianastraat overbodig.
De Voorzitter antwoordt, dat de voorgestelde verkeersmoat-
•regelen zo zuiver mogelijk en in overleg met de politie
zijn samengesteld.
Het raadslid Bensbach merkt verder op, dat geen maatregelen
of verbodsbepalingen zijn getroffen tegen het parkeren van
vrachtwagensin woonwijken, waar men beslist iets tegen
moet doen. Hij zegt, dat vrachtwagens met aanhang zonder
meer maar voor woningen worden weggezet, dat de betrokken
bewoners een geweldige overlast bezorgd. Peit is dan verder
nog, dot men in alle vroegte de motor eerst nog goed warm
laat draaien, waardoor dan de hele buurt in rep en roer
staat. Hij zegt het zeer op prijs te stellen als hiertegen
iets gedaan zal worden.
De Voorzitter antwoordt, dot wanneer het in zijn algemeen
heid gesteld wordt en het vrachtwagens in de bebouwde kom
betreft, het nemen van maatregelen door wijziging van de
politieverordening of door vaststelling van een aparte ver
ordening kan. Hij zegt, dat men dit punt de volgende keer
kan behandelen en het eerst met de politie zal bespreken.
Het raadslid Janssens zegt, dot hij in de vorige vergadering
over het plaatsen van verkeersborden op de trottoirs "een
vraag heeft gesteld, waarop hem schriftelijk antwoord is