-D-
10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot beschikbaarstelling
van een krediet voor het herstraten van een gedeelte van de
Antwerpsestraat.
De Voorzitter deelt mede, dat dit voorstel reeds in de vorige
vergadering werd aangeboden maar toen door het College is terug
genomen. Inmiddels heeft het raadslid van Linden het betreffende
bestek ter inzage gekregen. De Voorzitter verwijst naar de uit
voerige toelichting, welke B en aan de raadsleden hebben doen
toekomen, waaruit blijkt, dat de gemeente de betreffende her-
strating zal moeten betalen.
Het raadslid van Linden zegt zich hiermede niet te kunnen ver
enigingen. Hij stelt, dat het allemaal wel leuk op papier is
gesteld maar dat er voor hem toch nog verscheidene duistere
punten zijn. Hij verwijst naar het procesverbaal van oplevering
van 18 juli 1968 en stelt, dat dit onvolledig is. In de laatste
zin van dit procesverbaal zijn de nog uit te voeren werken niet
ingevuld. Hij vraagt waarom in deze zinsnede de betreffende
puntjes zijn opengelaten.
De Voorzitter antwoordt, dat de werkzaamheden van herstrating
in het procesverbaal van 1ste oplevering zijn vermeld. Bij de
2e oplevering moeten geen werkzaamheden meer worden opgenomen
zodat op het model-formulier dit gedeelte is opengelaten.
Het raadslid van Linden stelt, dat het procesverbaal is getekend
door de aannemer Suijkerbuijk, wethouder de Bruijn en de heer
Melick. Hij zegt, dat hier een onvolledig procesverbaal is ge
tekend en vindt dit onverantwoord.
Wethouder de Bruijn informeert in welk opzicht dit onverantwoord
is.
Het raadslid van Linden antwoordt, dat men kennelijk de herbe
strating niet nodig heeft gevonden. Na 4 a 5 jaar kan men de
aannemer niet meer aansprakelijk stellen. Hij verwijt het College
van burgemeester en wethouders echter flink tekort te zijn ge
schoten.
De Voorzitter stelt, dat de directie het procesverbaal heeft
getekend.
Het raadslid van Linden zegt verder dat de herbestratingskosten
in de aanneemsom waren berekend. Hij heeft dit niet uit het
bestek kunnen halen, daar er geen kostenberekening was bijgevoegd.
Hij verzoekt alsnog inzage van deze kostenberekening.
De Voorzitter zegt dit toe.
Het raadslid Bensbach zegt nog even op deze zaak te willen
ingaan. Op de eerste plaats, dat het bestek algemeen van toe
passing is op het werk. Dit is niet speciaal van toepassing op de
herbestrating. Voor ieder object moet een kostenberekening aan
wezig zijn. Hij stelt, dat dit bestek net zo goed niet op dit
werk van toepassing kan zijn geweest,
De Voorzitter antwoordt, dat in het bestek is vermeld op welk
werk dit van toepassing is.
Het raadslid Bensbach zegt, dat de kosten van herbestrating niet
zijn genoemd in de aannemingssom. Daar wordt echter wel ge
sproken over onderhoudsverplichtingen. Hij stelt, dat ook het
herbestraten een onderdeel vormen van het onderhoud.
De Voorzitter zegt het hiermede niet eens te zijn.
Het raadslid Bensbach stelt, dat er na verloop van tijd toch ver
zakkingen in de weg moeten worden hersteld en dat dit niet is
gebeurd.
De Voorzitter antwoordt, dat dit in het procesverbaal van 1ste
oplevering is vermeld.
Het raadslid Bensbach informeert waar dat staat of dit ook is
gebeurd.