Notulen van de openbare raadsvergadering van de gemeente
Putte, gehouden op 12 september 1972 ten gemeentehuize
om 20.00 uur.
Aanwezig: de heren J.van Erp, voorzitter.
H,de Bruijn en J.R.C. de Lightwethouders.
H.Bensbach, P.C.van Linden,
A.J.JanssensL.J.Buijs en J.R.Sluijts,
raadsleden.
Notulist: G.C.J. van Linden.
I. Opening.
De Voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed
en heet alle raadsleden welkom op deze vergadering. Tevens
richt hij een woord van welkom tot de heren van de pers alsmede
tot de belangstellenden op de publieke tribune, waarbij hij
opmerkt dat de behandeling van de subsidies in de vergadering
aan deze belangstelling wel niet vreemd zal zijn.
Vaststelling notulen raadsvergaderingen van 8 en 22 augustus
Vervolgens stelt de Voorzitter punt 2 van de agenda aan de
orde en vraagt of iemand van de raadsleden op- of aanmerkingen
op de aangeboden concepten heeft. Daar niemand terzake het
woord verlangtworden de aangeboden notulen overeenkomstig
de concepten vastgesteld.
III. Ingekomen stukken.
De Voorzitter doet voorlezing van de ingekomen stukken en
voegt hier nog een ingekomen stuk bij n.l. een schrijven van
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, houdende een voorstel
tot verhoging van de presentiegelden per 1-1-1973 voor het
bijwonen van raadsvergaderingen, welke voor deze gemeente zullen
worden gesteld op 30,per vergadering en voor het bij
wonen van commissie-vergaderingen op 20,per vergadering.
Hij vraagt of de vergadering hiermede kan instemmen, want als
dit niet het geval is, moet hiervan binnen 6 weken aan Gede
puteerde Staten worden kennisgegeven.
Het raadslid Janssens stelt, dat de raad niet verplicht is
deze nieuwe normen aan te nemen en stelt voc'r in verband met
de slechte financiële toestand der gemeente het presentiegeld
te handhaven op 25,per vergadering.
De Voorzitter informeert hoe de andere raadsleden hierover
denken.
Het raadslid Sluijts zegt hiervan geen politieke stunt te
willen maken en is van mening om de voorgestelde verhoging te
accepteren.
Het raadslid Bensbach zegt het met het gestelde door het
raadslid Janssens eens te zijn,Hij stelt, dat er bezuinigd
moet worden, echter gezien de bedragen voor representatie
kosten, welke door andere funktionarissen worden gedeclareerd,
is deze kleine verhoging van dien aard dat hij geen bezwaar
maakt tegen het voorstel van Gedeputeerde Staten. Hij stelt,
dat het initiatief niet van de raad uitgaat en hij daarom
wel voor de verhoging is.
Het raadslid van Linden heeft wel bezwaar tegen de verhoging
en stelt voor de oude vergoedingsregeling te handhaven.
Het raadslid Bui.js zegt, dat de verhoging terecht is, gezien
de tijd welkede uitoefening van het raadslidmaatschap vergt.
De Voorzitter informeert of iemand stemming verlangt.