ijL
-3-
inhoudt daar de huidige situatie nog zo is, dat de heer
van de Ven bezoldigd en er ook nog twee onbezoldigde
ambtenaren van de burgelijke stand zijn en alles dus doorgaat
Hij zegt, dat men deze zaak aan de nieuwe burgemeester
moet overlaten.
De Voorzitter antwoordt, dat hij ten aanzien van zichzelf
de werkelijke situatie heeft geschetst en het onjuist is,
dat de persoon die het werk doet er niet voor betaald
wordt. Hij merkt verder op, dat hijzelf in het begin iets
aan de burgelijke stand ondermeer huwelijksvoltrekkingen
heeft gedaan maar het hoe langer hoe meer is afgezakt en
niet was vol te houden, Hij vindt de aanvaarding van de
funktie van eerste ambtenaar van de burgelijke stand ook
in zijn nieuwe gemeente niet juist en niet billijk en
zegt, dat de zaak veel eleganter en prettiger ligt, bij
de persoon die daadwerkelijk het werk doet. Hij herhaalt
nogmaals, dat de heer van de Ven praktisch al de aktes van
de burgelijke stand opmaakt.
et raadslid Bensbach zegt het opgemerkte over de beloning
wel juist te achten. Hij stelt, dat ten aanzien van de
funktie de nieuwe burgemeester een ander standpunt kan
innemen en dan in feite deze zaak al reeds rond is.
De Voorzitter merkt op, dat de werkzaamheden van de burge
lijke stand ook veel aandacht en tijd vergen. Hij vraagt
of men schriftelijke stemming verlangt. Niemand van de
raadsleden wenst schriftelijke stemming, waardoor
R.J.W.A.van de Ven tot eerste ambtenaar van de burgelijke
stand wordt benoemd.
VIBeëdiging van de heer A.C.J.van Kaam als waarnemend
gemeente-secretarie
De Voorzitter deelt mede, dat de heer van Kaam door het
College van Burgemeester en Wethouders al enige tijd geleden
als waarnemend gemeente-secretaris is aangewezen en nu en
dan in de praktijk reeds als zodanig is opgetreden. Hij
zegt, dat het niet uitgesloten dient te worden geacht,
dat thans de algehele waarneming van de funktie van
gemeente-secretaris vijf h, zes maanden kan duren en het
College van B W het daarom wenselijk acht, dat de heer
van Kaam, zoals wettelijk voorgeschreven wordt beëdigd.
Hij stelt voor tot beëdiging over te gaan en verzoekt
de heer van Kaam in de vergadering te verschijnen en vraagt
aan de raadsleden om even te gaan staan.
In handen van de Voorzitter legt de heer A.C.J. van Kaam
vervolgens eerst de eed van zuiverheid als omschreven
in artikel 71 der gemeentewet en daarna de ambtseed als
voorgeschreven in artikel 107 der gemeentewet af.
VII. Sluiting.
Verder niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter
de vergadering met het gebruikelijke gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de
Raad der gemeente Putte op g jyj_
De Secretaris, u\ De Voorzitter,
wnd. v wnd.