Het raadslid Bensbach zegt, dat het alles toch wel enig zins begrijpelijk is en hier principiële verschillen zijn. Hij stelt, dat er nog een andere mogelijkheid door terug te komen op aanleg van goede wegen voor de heer van Ammel blijft. De Voorzitter antwoordt, dat als men nagaat dat fase I en II winst maar fase III geld kost en bij fase IV nog meer geld bij moet is het zondermeer duidelijk, dat men uit fase I en II, fase III en IV moet betalen en het juist om het laatste gaat. Wethouder de Light merkt op, dat volgens geruchten het ge bied fase II niet in eigendom van Mevr.van Ammel blijft. De heer van Poppelen antwoordt, dat het zo ligt, dat de grond niet wordt verkocht en de opstallen in erfpacht worden ge geven. De Voorzitter herhaalt, dat fase I en II alles moeten goed maken. Hij zegt, dat het momenteel een N.V. in oprichting is en waar het geld vandaan móet komen hun zaak is. Het raadslid Bensbach zegt, zolang er nog niet officieel een N.V. is hij de overeenkomst niet aanvaarden kan. De Voorzitter antwoordt, dat de heer van Ammel het niet doet en fase I en II realiseer^ en daarna stopt,men hem niets kan doen omdat hij op eigen grond zit. Het raadslid Bensbach stelt, dat anders de gemeente ook ge bonden is. De heer van Kaam merkt op, dat het toch hetzelfde voor de heer van Ammel geldt door de jaarlijkse bijdrage van de ge meente. De Voorzitter zegt, dat men dringend kan verzoeken om binnen drie weken, wat hem persoonlijk betreft binnen drie maanden, dat men met de N.V. klaar moet zijn omdat de héle zaak daarom draait. Het raadslid Buijs vraagt of men bezwaren zou hebben tegen het stellen van een termijn. De Voorzitter zegt, dat niet te weten. Het raadslid van Linden stelt, dat voor het definitief wordt men met alle papieren op tafel moet komen. Hij zegt, dat de gemeente anders het kind van de rekening wordt plus de risi co's loopt en het met het standpunt van de heer Bensbach eens te zijn. Hij merkt verder op, dat hij al ziet dat alle wegen verhard moeten worden en dan ook maar weer 20 of 80 procent moet worden bijgedragen. De Voorzitter zegt, dat men niet moet gaan wrikken en hij voor het laatst opgemerkte juist een gunstige oplossing heeft bevochten. Hij stelt, dat de gemeente nu volkomen vrij is en zondermeer het betalen van een bijdrage kan weigeren. Het raadslid van linden vraagt wat er dan gebeurd. De Voorzitter zegt, dat de gemeente er zich nergens toe ver plicht heeft. Het raadslid van Linden vraagt hoe het dan zit ten aanzien van de straatverlichting. De Voorzitter antwoordt, dat het dan hoogstens over enkele lichtmasten gaat Het raadslid van linden zegt, dat alles hem niet geheel duidelijk is en verwacht later moeilijkheden. De heer van Poppelen merkt op, dat de straatverlichting zelfs wel uit de gewone dienst kan geschieden. Het raadslid Bensbach zegt, dat hij diverse mensen, waaronder een deskundige heeft geraadpleegd en die ervan staan te kijken, dat de gemeente zo een overeenkomst als de onder havige aanneemt. De Voorzitter antwoordt, dat het aannemen toch niet zo'n grote zorg is en er niets kan gebeuren zonder de goedkeuring van G-.S

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 87