Wethouder de Brui .in zegt, dat in Steenbergen, dat twaalf duizend inwoners heeft, men ook niet allemaal tegelijk in het ingebruikgenomen zwembad kan. Het raadslid Buijs stelt, dat men de inwoners toch niet kan weigeren. Wethouder de Bruijn zegt, dat men toch niet kan stellen, dat in Putte geen zwembad nodig is. Het raadslid van Linden zegt het er liever morgen dan over morgen te zien. Het raadslid Bensbach zegt, dat de overeenkomst toch niet onder zo'n voorwaarden kan. De Voorzitter antwoordt, dat men op de provinciale griffie het bedrag van 20.000,een koopje vindt en merkt op, dat een zwembad in Oudenbosch eertijds al een last van 40.000,per jaar gaf. Wethouder de Bruijn merkt op, dat de huidige situatie met betrekking tot een zwembad nihil is en er een alternatief ook niet is. De Voorzitter antwoordt, dat een bepaling omtrent de jaar lijkse bijdrage de voorwaarde inhoudt,als het hele object voltooid wordt er nergens geen pijn is. Hij zegt, dat zijn grootste vrees een verzoek om een gemeentelijke bijdrage voor de toegangswegen is geweest. Omdat de heer van Ammel een groot vertrouwen in de medewerking van de gemeente had, heeft hij het via de technische ambtenaar kunnen regelen, dat ook weer een kwestie van overleg is geweest. Wethouder de light vraagt of er ergens nog recht is op een bijdrage uit de recreatiepot De Voorzitter antwoordt, dat dit een andere zaak is maar hoofdzaak is, dat de inwoners van de zomer willen zwemmen. Hij wijst op Bergen op Zoom waar men al jaren met een zwem bad bezig is en merkt op, dat het nog een investering vergt, die nu bij het demissionair kabinet ook een hoofdzaak is en steeds meer tegenstrijd geeft. Het raadslid van Linden vraagt of de jaarlijkse bijdrage over een looptijd van 25 jaar gaat. De Voorzitter antwoordt bevestigend, maar merkt op, dat het anders nu Vöör de gemeente zelf op 200.000,komt. Hij stelt, dat men het bij G.S. zo niet goedgekeurd krijgt en men er op een andere manier nooit uitkomt. Hij zegt een bijzonder goed vertrouwen in de persoon van de heer van Ammel te hebben. Het raadslid Bensbach stelt, dat de fasen kunnen verlaten en er toch bepaalde garanties moeten zijn. Hij zegt, dat de verdere exploitatie afhankelijk is van fase IV die men nog langer kan opschuiven. De Voorzitter antwoordt, dat intussen de verplichting geldt om de drie zwembaden voor de inwoners van Putte open te stellen en bij de toekenning van de jaarlijkse bijdrage re kening wordt gehouden, dat het gehele plan gerealiseerd wordt Het raadslid Janssens stelt, als het straks uitloopt tot 5 jaar en dan de zaak wordt opgegeven de gemeente 100.000, kwi j t is. De Voorzitter antwoordt, dat er dan allereerst een rechts geldige contract is en de heer van Ammel dan zowel last met rechter als de bank krijgt. In-het nadeligste geval, in deze als men de hele zaak stopt, zijn de drie zwembaden voor de gemeente zonder kosten. Het raadslid Bensbach vraagt of er ook rekening is gehouden met de vuilverwijdering van het kamp of doet dat de gemeente De Voorzitter antwoordt, dat het laatste niet het geval is en stelt, dat alleen de abnormale hoge kosten van de nutsbe drijven hier de zaak dwarsbomen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 86