hele recreatieplan voltooid wordt. Het raadslid Bui .is vraagt of het nu de bedoeling is, dat de heer van Ammel zelf de kosten van de algemene voor zieningen voorschiet. De Voorzitter zegt, dat het inderdaad zo is en de gemeente jaarlijks een bijdrage verleend onder voorwaarde dat het recreatieplan geheel voltooid wordt. Hij merkt nog op, dat de heer van Ammel een lening aangaat en niet de gemeente. Het raadslid van Linden vraagt of het met de handtekening van de heer van Ammel alleen of dat daar die van zijn vrouw ook bij is. Als de handtekening van Mevr.van Ammel er niet bij komt, acht hij het een verloren zaak. De Voorzitter antwoordt, dat dé banken ook in deze wel bij de tijd zijn. Wethouder de Bruijn merkt op, dat men bij voorbeeld een overeenkomst zou aangaan met de N.V. Van Niftrik men over de procuratiehouders toch ook geen juist en goed inzicht heeft Het raadslid van linden zegt, dat het misschien daar een gezonde zaak is. De Voorzitter zegt, dat gezien de openheid waarmee de heer van Ammel steeds in alles voor de dag treedt, hij liever met de heer van Ammel, dan met Van Niftrik in zee gaat Wethouder de Bruijn stelt, dat de overeenkomst ook de goed keuring van G.S. moet verkrijgen. Het raadslid Bensbach zegt, dat toch eerst de raad moet besluiten daar het toch hier ook zaak is of de gemeente het financieel aankan. De Voorzitter antwoordt, dat de heren van G.S. het wel zul len uitzoeken. Als de bepaling zo wordt gesteld, dat de gemeente bereid is een jaarlijkse bijdrage te verlenen mits het gehele plan gerealiseerd wordt. Het raadslid Bensbach stelt, dat het zo niet normaal is en hier de zaak helemaal wordt omgedraaid. Hij zegt, dat de kosten van algemene voorzieningen in de grondkosten zijn te verwerken en bij recreatieobjecten komen ten laste van het exploitatietekort. De Voorzitter antwoordt, dat het opgemerkte niet het ge val is en met name ondermeer niet met bosbad Hoeven, Hij zegt, dat het van belang voor de gemeente zelf is. Het raadslid Bensbach zegt, dat men nu al kan nagaan dat het nodig is, dat er een stevige basis moet zijn. De Voorzitter zegt, dat de kosten van de algemene voor zieningen nu voor de gemeente al ongeveer 300.000, zullen bedragen. Het raadslid Bensbach zegt, dat hier een bepaald bedrag in percentage is te bepalen en noemt twintig procent. De Voorzitter antwoordt, dat de gemeente zelf alles in handen heeft. Wethouder de Bruijn merkt op, dat dë gemeente ook financieel geen risico's loopt. Het raadslid Janssens vraagt wat er dan met de bijdrage van 20.000,per jaar gebeurd als het gemeentelijk zwembad niet wordt gebouwd. Hij stelt, dat men dan vier maal twintigduizend is tachtigduizend gulden kwijt is. De Voorzitter antwoordt, dat het zo niet ligt en de heer van Ammel een lening aangaat en niet de gemeente. Het raadslid Janssens merkt op, dat de jaarlijkse bijdrage toch al wordt verstrekt bij fase I. Het raadslid Buijs stelt, dat al die tijd de Putse bevol king toch van de zwembaden gebruik kan maken. Het raadslid van Linden vreest, dat het dan wel te druk zal zijn en het dan wel niet voor de inwoners zal kunnen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 85