"binnen drie weken klaar zal zijn. Je Voorzitter ver zoekt aan de technisch ambtenaar van Poppelen nadere toelichting over de cijfers van de waterleiding te ver strekken. De heer van Poppelen zegt allereerst, dat de heer van Ammel door de onbegrijpelijke en onredelijke handelwijze van de nutsbedrijven en in het bijzonder van de waterleiding mij in een zeer mineure stemming is. Hij deelt verder mede, dat hij met de heer van Ammel en de heer van Kaam met de waterleidingmij een bespreking heeft gehad. Hij stelt, dat men ongeacht de gehele opzet van het recreatieoord, zonder meer een fabelachtig bedrag van 2.000,per ha aanhoudt, dat alleen al voor fase I neerkomt op 12,4 ha 2.000, per ha is 24.000,Verder wordt voor één aansluitpunt 1.000,berekend en dat met B.T.W. in totaal neerkomt op een bedrag van 26.832,Hij zegt verder, dat dan de capaciteit van de waterlevering slechts 10 m3 per uur be draagt en de heer van Ammel dan zelf voor de aanleg van een reinwaterkelder ter grootte van 200 m3 en de bouw van een hydrofoorinstallatie moet zorgen. De Voorzitter vraagt hoe hoog het bedrag alleen van de watervoorziening dan hier al komt te liggen. De heer van Poppelen antwoordt, dat het ongeveer 80.000, is. Hij merkt verder op, dat tevens nog een vastrecht van 4.000,per jaar en een kubieke meterprijs van veertig cent in rekening wordt gebracht, dat bij elkaar een jaar lijkse waterverbruiklast geeft van 15.000, Het raadslid van Linden vraagt wat er dan is aangesloten. De heer van Poppelen antwoordt, dat het slechts één aan sluiting en wel op de reinwaterkelder is en de heer van Ammel zelf voor de verspreiding op het terrein moet zorgen. Het raadslid Bensbach merkt op, dat de kosten dan nog hoger worden en het zo dan toch wel een moeilijke situatie wordt. Hij zegt hierbij terug te willen komen op de kwaliteit van de persoon van de heer van Ammel. Hij stelt, dat de gemeente de juiste samenstelling van de N.V. dient te weten, alvorens over de aan te^ane overeenkomst te kunnen beslissen. Hij merkt verder op, dat er nu al zoveel problemen zijn en daardoor de zaak op losse schroeven staat. Hij stelt verder, dat men wel kan zeggen, dat alles in goed vertrouwen gaat maar met de N.V. die hier hoofdzaak is, is het echter nog niet eens in orde. De heer van Kaam merkt op, dat de N.V. i.o. bij de Kamer van Koophandel is aangemeld en de bestuurder daarvan wette lijk aansprakelijk is. Het raadslid Bensbach zegt, dat op van Ammel toch niets te verhalen is. De Voorzitter stelt, dat bij tegenwerking de heer van Ammel met de verdere realisering van het recreatieoord stopt en vraagt zich af wat er dan gebeurd. Hij zegt, dat het zijn eigen terrein is en Putte zelf nooit meer tot een eigen zwembad komt Het raadslid Bensbach zegt, dat de medewerking toch niet op de voorgestelde voorwaarden kan. Hij stelt, dat de ge meente een behoorlijk bedrag moet inbrengen. Hij geeft toe, dat de zwembaden voor Putte het belangrijkste zijn en zegt, dat het nu bij de heer van Ammel al over ongeveer drie ton gaat, dat alleen nog maar de watervoorziening betreft en er dan nog geen gas en electriciteit is en tevens ook nog geen straatverlichting. De Voorzitter antwoordt, dat het eerste voorstel om het van gemeentewege te voorzien in de aansluitingen van water- electriciteit en gas is verlaten en vervangen door het ver lenen van een jaarlijkse bijdrage onder voorwaarde, dat het

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 84