ex.art.50 der Kleuteronderwijswet voor de bouw van één
speel-werklokaal ten behoeve van het r.k. kleuteronderwijs
en in principe te besluit/tot de oprichting van 2 semi-
permanente klaslokalen ten behoeve van het openbaar lager
onderwijs.
De Voorzitter merkt nog op, dat het voorgestelde de enige
mogelijke weg is om een oplossing voor het nijpend school
probleem. Hij stelt, dat het zaak is om het besluit zo
snel mogelijk te nemen. Hij zegt, dat het semi-permanente
bouw is en het bouwplan met begroting later nog in de raad
komt. Hij merkt nog op, dat het gebouw verplaatsbaar wordt
en zo nodig later voor andere gedeelten in de gemeente
kan worden aangewend.
Het raadslid Bensbach vindt het een trieste zaak,dat een
in 1969 gedane aanvraag om een openbare school nog steeds
niet is gehonoreerd. Hij acht het een slechte uitvoering
van urgente zaken. Hij herhaalt, dat het een aanvraag
van 1969 is, die in andere gemeenten reeds lang rond zou
zijn geweest. Hij stelt, dat hij met het plotseling gedane
voorstel niets kan doen. Hij zegt, dat het zo een inge
wikkelde zaak is, dat hij er zich eerst nader over wil
beraden en zich daarvoor ook in verbinding wil stellen met
andere instanties. Hij zegt, op het voorstel nu niet te
kunnen beslissen.
De Voorzitter antwoordt, dat men deze zaak nu niet moet
ophouden. Met het opgemerkte over een trieste zaak is hij
het eens. Hij stelt, dat er een geweldige oponthoud is
geweest bij het Ministerie van Onderwijs, waar men geen
voet vooruit is kunnen komen. Hij zegt, dat het niet in
gaan op het onderhavige voorstel uitsluitend en alleen in
houdt, dat men straks helemaal zonder enige verdere en
noodzakelijke voorziening zit.Hij stelt, dat het hier alleen
om een principe-besluit gaat en daardoor voor een spoedige
plaatsing op de urgentielijst
Het raadslid Bensbach stelt, dat van ophouden van deze
zaak geen sprake is en hij alleen maar in de gelegenheid
wil worden gesteld om zich over het voorgestelde te be
raden. Hij zegt, wat hem betreft er binnen enkele dagen
zelfs een extra raadsvergadering kan worden belegd.
De Voorzitter stelt op de eerste plaats, dat de bouw van
een definitief scholencomplex onmogelijk tijdig klaar
kan zijn en het alles nu om een noodoplossing gaat. Hij
stelt verder, dat alleen wordt voorgesteld om in principe
medewerking te verlenen. Hij zegt, dat men over het bouw
plan zelf nog rustig kan nadenken. Hij stelt, dat het nood
zakelijk is om op de urgentielijst te worden geplaatst en
het voorgestelde besluit derhalve dient te worden genomen.
Het raadslid Bensbach zegt, dat het toch geen enkel bezwaar
is om enkele dagen respijt te geven om er over te kunnen
beraadslagen. Hij stelt, dat het hier toch zeker wel mag
met zo maar een aanvullend agendapunt en voorstel.
Hij stelt voor daarna een speciale of spoedvergadering te
beleggen. Hij stelt nogmaals, dat hij er zich eerst over
wil beraden en informaties inwinnen.
De Voorzitter ziet het nut van een extra vergadering niet
in en stelt nogmaals, dat het alleen een principe-besluit
is voor op de urgentielijst te komen.
Het raadslid Bensbach vraagt of het toch al niet lang be
kend was de behoefte aan een openbare school? Hij acht het
een onverantwoordelijke zaak, dat er door het gemeente
bestuur te weinig aandacht aan wordt besteed. Hij vindt
het een onheuse en halfslachtige houding.