-6-
overleg is gepleegd om een idee over het verplaatsen
van het woonwagenkamp uit het recreatieplan te krijgen.
Hij merkt op, dat er niet op is gerekend dat er zoveel
klachten en bezwaren zouden zijn van de bewoners van de
Dennenlaan en de Postbaan. Hij zegt, dat er altijd wel
bezwaren zijn, maar vindt de plaatsing van een woonwagen
kamp in de bebouwde kom toch ook niet de oplossing. Hij
zegt, dat er nadien door Burgemeester en Wethouders een
voorlopige beslissing is genomen, omdat in een staanplaats
voor een woonwagenkamp moest worden voorzien en alles van
tijdelijke aard is te achten. Hij merkt nog op, dat van
gemeentewege niettemin zover en zoveel mogelijk een goede
afbakening van het huidige woonwagenkampterrein is nage
streefd en er zelfs een afrastering van prikkeldraad heeft
aangebracht, dat de heer Bensbach zelf heeft kunnen zien.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat hij eertijds ook heeft
gezegd, dat waar het woonwagenkamp ook wordt geplaatst
iedere bewoner in de nasste omgeving daartegen bezwaren
heeft. Hij stelt, dat het een genomen principiële beslis
sing in goede verstandhouding en met volledige accoord-
bevinding van de raad was en zegt het geen stijl te
vinden, dat alles zo maar en zondermeer wordt omgegooid.
Hij zegt, dat het hier door de Voorzitter meer op de for
mele boeg wordt gespeeld, maar dat het al meermalen met
andere zaken waar de raad mee heeft ingestemd, is voorge
komen. De klachten en bezwaren zijn volgens hem wel ge
weest aan het adres van de heer de light.
De Voorzitter vult het laatst opgemerkte aan met "en ook
bij mij".
Het raadslid Bensbach merkt op, ja allicht neemt de
wethouder wel in bescherming, wat niet wegneemt het vast
staand feit dat het huidige woonwagenkamp blijft. Hij
vraagt welke garanties van B W hier kunnen worden ver
wacht. Hij stelt voor om het gemeentelijk terrein, dat
eertijds van de familie Gloots is aangekocht, als woon
wagenkamp in te richten. Hij merkt op dat er daar niemand
last van heeft.
De Voorzitter antwoordt, dat daar ook landbouwers zijn.
Het raadslid Bensbach zegt, dat hetzelfs in de verre
omgeving niet het geval is.
Het raadslid van Linden zegt ook niemand daar te weten,
die bezwaren kan hebben.
Het ra -.dslid Bensbach vraagt zich ook af wie. Hij merkt op,
dat de naaste omgeving van het terrein allemaal weiland
is. Hij vraagt aan het raadslid Buijs hoe hij het zou
vinden als er een woonwagenkamp bij zijn asperges werd ge
plaatst.
Het raadslid Buijs antwoordt, dat er in de wei ook koeien
lopen die men ook kan melken.
De Voorzitter wijst erop, dat er aan de overzijde van het
voorgestelde terrein het recreatiecentrum volop in aan
bouw is.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat het zo'n vaart met
het recreatieplan niet loop. Hij zegt er persoonlijk te
zijn geweest en er alleen een paar bakstenen te hebben
zien liggen en als er meer is, dat dan wellicht in een
kluis zit.
De Voorzitter bestrijdt het opgemerkte en stelt, dat er
heel wat meer en zelfs veel kostbaar materialen zijn op
geslagen, die niet in een kluis zijn of kunnen worden opge
borgen.
et raadslid -Tanssens zegt, dat hij van de afspraak met een
andere gemeente niet veel verwacht. Hij stelt,dat niemand