op Zoom klaar komt. Ten aanzien van het opgemerkte over de aanvulling van de te sluiten huurovereenkomst, merkt de Voorzitter tenslotte op, dat aankoop van het onder- havige perceel door de gemeente zelfs nog niet wordt over wogen. Het raadslid van Linden zegt wel iets te willen weten. Hij stelt, dat voor houwen een bouwvergunning is vereist. Hij vraagt of het gemeentebestuur toestemming heeft van Gedeputeerde Staten om het woonwagenkamp op het huidige terrein in te richten. De Voorzitter antwoordt, dat het niet is conform het be stemmingsplan in hoofdzaken maar er volgens de wet ergens mee heen moet en een punt voor een woonwagenkamp moet aan wijzen. Het raadslid van Linden stelt, dat het dus is gebeurd zonder vergunning van GS De Voorzitter antwoordt, dat men niet anders kan. Hij zegt, dat men met de woonwagenwet zit, die bepaald dat er een woonwagenkamp in de gemeente moet zijn. Het raadslid van Linden zegt niet anders dan dringend te kunnen verzoeken om het woonwagenkamp terug te verplaatsen naar het oude woonwagenkampterrein in afwachting van de toestemming van GS. De Voorzitter verzoekt hem een tijdsruimte te geven van een week. Het raadslid van Linden zegt, dat hij dat al meer heeft gedaan maar er van uitstel steeds afstel is terechtgekomen. De Voorzitter antwoordt, dat het oude woonwagenkamp volgens het uitbreidingsplan daar ook niet mag zijn en zelfs nog minder dan op de huidige plaats. Hij stelt, dat er voor het betreffende gebied in Oost een goedgekeurd gedetail leerd bestemmingsplan geldt. Hij merkt nog op, dat men deze zaak niet op de spits moet drijven. Hij vraagt om een week tijd om er uit te komen. Hij zegt in tweede in stantie het woord te verlenen aan de heer Bensbach om ook andere plaatsen te horen. Het raadslid Bensbach merkt op, dat het in de betreffende vergadering zo is geweest, dat niemand van de raadsleden bezwaren heeft geuit tegen de tijdelijke verplaatsing van een woonwagenstaanplaats aan de Postbaan. Hij zegt, dat alleen de heer de light een "grappige" opmerking heeft gemaakt met betrekking tot de kippen van de heer Adriaansen. Hij stelt verder, dat de raad met de plaatsing volledig heeft ingestemd. Achteraf heeft hij wel gehoord, dat er door bewoners van de Dennenlaan en de Postbaan over is ge klaagd en daardoor naar de nieuwe plaats is uitgeweken. Hij acht het een grote onbillijkheid waar de mensen aan stoot van nemen. Hij stelt verder, dat het wel geen offi cieel besluit was, maar vraagt zich toch wel af, waarom nadien zonder weten van reden en voorkennis van de raad van het informeel ingenomen standpunt wordt afgeweken. Hij zegt, dat het herhaaldelijk zo gebeurd en dat niet juist is. Hij merkt verder op, dat het door de Voorzitter allemaal aardig gemotiveerd en geweldig prettig en met veel moeite naar voren wordt gebracht maar vraagt waarom de gewraakte toestand met het woonwagenkamp nu weer is ontstaan. Hij stelt, dat ook de raad liever nergens geen woonwagen kamp heeft in de gemeente en vraagt hoelang deze toestand nog zal duren. De Voorzitter antwoordt, dat die binnen veertien dagen kan zijn opgelost als overeenstemming met de andere ge meente wordt bereikt. Hij zegt verder, dat met de raad

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 66