De Voorzitter zegt ervan overtuigd te zijn, dat de stede-
bouwkundige, de heer Croonen en de heren van de Provinciale
Planologische Dienst niet voor uitbreiding van de huidige
kleuterschool zullen zijn.
Het raadslid van Linden zegt, dat hij ook bezwaar tegen de
wijziging van de bestemming en verkoop van het onderhavige
grondperceel heeft.
Het raadslid Bensbach stelt, dat het College toch ook wel
een zeer spoedige opheffing van het kleuterschoolprobleem
begroet en uitbreiding van de huidige school toch ook een
goedkopere oplossing is. Hij stelt verder, dat het bovendien
voor het grondperceel maar een particulier is.
De Voorzitter zegt, dat het zijnerzijds geen bezwaar ont
moet om dit agendapunt aan te houden. Binnen veertien dagen
kan men er zich dan in de nieuwe vergadering opnieuw over be
raden en kunnen tussentijds nog nadere inlichtingen worden
ingewonnen.
Wethouder de Light meent, dat het hoofdzakelijk gaat in
meer spreiding en verruiming van klasruimte voor de kinderen.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat hetzelfde bezwaar ook
in "Oost" met een school van dezelfde inhoud zal gelden.
Wethouder de light stelt, dat er aan een vergroting van lo
kaalruimte voor 80 kinderen in Oost is gedacht, waardoor
dan het perceel een onrendabel stuk grond was en toch als
het noodgemeenschapshuis verwijderd is, waardeloos blijft
liggen.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat er toch al veel meer
grond waardeloos ligt. Hij stelt, dat gezien de geweldige
groei en de verwachting naar de uitgroei naar 10 S. 12000
inwoners men zowel in West als in Oost weer vasl^komt te
zitten. Hoewel misschien voorbarig, kan het schoolbestuur
dat in moeilijkheden zit, nu op een gemakkelijke manier
in voorzien worden.
De Voorzitter atelt, dat de bevolkingsgroei wel minder
groot is dan wordt verwacht.
Het raadslid Bensbach zegt, dat men met een groei binnen
twee jaar al voor 120 kleuters klasseruimte nodig heeft.
Hij stelt, dat men nu al zit met een geweldig tekort en op
korte termijn geholpen moet worden en het hier ook de taak
van het College van Burgemeester en Wethouders is om daar
voorzieningen voor te treffen.
De Voorzitter antwoordt, dat voor uitbreiding van de be
staande kleuterschool als voor de Nieuwbouw in "Oost" de
zelfde procedure geldt.
Het raadslid Bensbach stelt, dat men voor de bouw van een
nieuwe school op de wachtlijst komt te staan. Hij zegt,
dat de uitbreiding van de bestaande school is te zien als
een noodoplossing.
De Voorzitter stelt voor dit agendapunt aan te houden tot
de volgende vergadering.
Het raadslid Janssens stelt, dat hij de indruk heeft dat
door de Stichting om de schoolkwestie gedraaid wordt.
Hij acht het beter om een schoolstrijd te vermijden.
De Voorzitter vraagt het raadslid Janssens welk voorstel
hij heeft.
Het raadslid Janssens stelt, dat uitbreiding van de bestaande
kleuterschool economisch beter ligt. Hij stelt verder, dat
hem wel lijkt, dat de openbare school wordt tegengewerkt en
merkt op, dat anders denkenden dezelfde rechten hebben als
anderen.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat geloofsovertuigingen hier
boven staat. Hij steltdat als argument voor hem geldt,
dat het financieel voor de gemeente het beste is en uit-