-14- verzocht, hetgeen wij hebben moeten weigeren daar wij zelf ook binnen 2 jaar vast dreigen te lopen. Ook Bergen op Zoom is terughoudend om andere gemeenten toe te laten. Be Voorzitter stelt, dat de personeelsbezetting ook nog een moeilijke affaire vormt bij de reinigingsdienstHij stelt dat er weinig liefhebberij bestaat voor deze dienst. Y/ethouder de Bruijn stelt dat het gebruik van plastic-zakken voor de dienst enorm kostenbesparend zou werken maar voor de mensen zou het omgekeerde het geval zijn, daar ze deze plastic- zakken zullen moeten kopen. Niettegenstaande zou de dienst wel willen overgaan tot het gebruik van plastic-zakken. Men zit echter momenteel nog met de moeilijkheid van het stortterrein. Be Voorzitter gaat vervolgens over tot de behandeling van de begrotingen. Allereerst stelt hij aan de orde de inkomsten van het woningbedrijf en daarna de uitgaven van dit bedrijf. Geen der raadsleden heeft op- of aanmerkingen, zodat deze be groting is vastgesteld. Hierna stelt de Voorzitter aan de orde de begroting van net grondbedrijf en wel achtereenvolgens de inkomsten en uitgaven. Nadat ook hierover geen der raadsleden het woord verlangt, wordt de begroting van het grondbedrijf eveneens vastgesteld. Vervolgens stelt de Voorzitter de behandeling van de begroting van de algemene dienst der gemeente aan de orde. Hij stelt, dat ingevolge het reglement van orde eerst de inkomstenzijde der begroting zal worden behandeld en daarna de uitgaven. Achtereenvolgens worden door de Voorzitter aan de orde gesteld de volgnrs. 1 t/m 49, 51 t/m 7173 t/m 99, 101 t/m 135, 137 t/m 193, 195 t/m 215, 217 t/m 253, 255 t/m 295, 297 t/m 301, 303 t/m 317, 319 t/m 323, 325 t/m 333, 337 t/m 365, 367 t/m 387 alsmede de inkomsten van Hfdst.XIV GB. Geen der raadsleden verlangt terzake het woord. Vervolgens gaat de Voorzitter over tot de uitgavenposten ir/ie volgende volgorde: volgnrs. 4 t/m 11b, 120 t/m 172, 174 t/m 242, 244 t/m 272, 274 t/m 354, 356 t/m 370, 372 t/m 472, 474 t/m 532. Het raadslid Bensbach stelt m.b.t. volgno.530 sub b n.l. het subsidie aan het N.K.V. ad 500,dat deze post hier niet thuis hoort. Hij zegt, dat hij hier al enkele jaren steeds is op teruggekomen. YYij hebben destijds de begroting van het N.K.V. gezien alsmede de rekening 1969 en daar komen bedragen op voor, welke niet in het kader passen voor subsidie-verlening. In de rekening 1969 staat met name een post opgenomen als bijdrage aan onderontwikkelde landen ad 200,Baarnaast is een post opgenomen als bijdrage aan sociale cursussen. Hiervoor wordt uiteindelijk maar 1 toneelvoorstelling per jaar gegeven. Als wij hier een subsidie voor moeten geven dan gaan wij eigen lijk in het vlak treden van andere culturele instellingen, waarvan het N.K.V. zich afzijdig moet houden. Het gaat hier niet om de grootte van het bedrag maarom het principe. Het gaat hier om een subsidie aan een vakbond, welke subsidie niet wordt gebruikt om aeze culturele aangelegenheden in stand te houden maar om hiermede reclame te maKen en daar ben ik het beslist niet mee eens, Baarnaast is op de begroting van het N.K.V. voor 1971 weer een post opgenomen als bijdrage aan onderontwikkelde landen ad 200, Het is zo dat het rijk al een bijdrage geeft voor deze onderontwikkelde landen en het is niet juist dat het N.K.V. hier ook nog eens een bijdrage voor uittrekt. Als dit subsidie wordt gebruikt voor het geven van sociale cursussen, ben ik het hier volkomen mee eens, maar dit is hier niet het geval. Berhalve hoort deze post helemaal niet thuis onder deze subsidies, aldus het raadslid Bensbach.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 36