de vervanging van emmers door plastic-zakken. Deze aan schaffing zal natuurlijk grote kosten met zich brengen, maar op de duur zal het systeem van plastic-zakken veel voordeliger werken dan de wijze waarop dit nu gebeurt. Het raadslid Bensbach zegt tot slot van zijn betoog, dat hij de diverse opgesomde punten gaarne onder de aandacht van het College van B W zou willen aanbevelen. De Voorzitter dankt de heer Bensbach en vraagt of er nog andere heren zijn, welke behoefte hebben aan algemene beschouwingen. Niemand verlangt terzake nog het woord. De Voorzitter vervolgt met te stellen dat zolang hij in deze gemeente de funktie van voorzitter van de raad bekleed^ dit de eerste keer is dat er algemene beschouwingen bij de behandeling van de begrotingen zijn gehouden.Hij moet eerlijk zeggen, dat de heer Bensbach in grote lijnen de materie van de gemeente wel heeft doorgewandeld. Op de eerste plaats komt hij tot de beantwoording omtrent het gestelde betreffende de goedkope woningbouw en zegt dat dit een aanhoudende zorg is van het gemeentebestuur. Vandaar dat het gemeentebestuur bijzonder gelukkig is met de 10 www, welke wij hehben gekregen. Daarbij is het College er van overtuigd dat voor een deel van de mensen de huren van de nieuwe woningwetwoningen vrij hoog liggen. Dit is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat hun inkomen niet voldoende is terwijl men hier voor een kleiner deel ook in acht moet nemen dat men moet wennen aan een betere woning en aan een huurstijgingIn het College is zelfs overwogen en men praat er nog over of de woningwetwoningen nu wel met of zonder centrale verwarming moeten worden ge bouwd. Na ingewonnen advies van de technische dienst blijkt echter dat men hierop echt niet zoveel kan besparen. Een andere kwestie is om aan goedkopere woningen te komen, de vorming van een eigen woningbouwstichting Hierover zijn wij tussen de andere bedrijven door aan het denken. Regionaal horen wij tot de woningbouwstichting Steenbergen, nrie jaar geleden zijn onzerzijds hardnekkige pogingen in Den Haag gedaan om te komen tot een eigen woning bouwstichting met alle respect overigens voor de woning bouwvereniging Steenbergen, maar op dat ogenblik zaten wij met de bouw van een aantal bejaardenwoningen waarvoor men heeft gevraagd of wij dit zelf niet wilden gaan doen. Kort daarop is van het dagelijks bestuur van de Woningbouw stichting Steenbergen een brief ontvangen waarin werd ge- st eld dat er daar in Putte toch al zoveel gebouwd werd, de Gemeente Putte voor corporatie-woningen zonder meer niet in aanmerking zou komen. De Voorzitter stelt, dat hij zich daar met het College bijzonder aan heeft geërgerd, daar men in regioverband eerst eens een onderzoek dient in te stellen hoe groot de behoefte is aan een bepaalde categorie woningen. De Voorzitter stelt verder, dat de gemeente Putte voor dit jaar geen toewijzing heèft gekregen van Gedeputeerde Staten voor corporatie-woningen te bouwen door een woningstichting wat in ons geval de stichting Steenbergen zou moeten zijn. Hij zegt het overigens geheel met het raadslid Bensbach eens te zijn en dat het College moet trachten te komen tot de oprichting van een eigen woningbouwstichting. Drie jaar geleden was dit echter een onhaalbare zaak op het Ministerie. In deze toestand heeft zich echter een wijziging voorgedaan, daar de gemeente Woensdrecht vorig jaar wei toestemming heeft verkregen voor de oprichting van een eigen woningbouwstichting. Vandaar dat wij thans ook zullen trachten om ons van Steenbergen los te werken met bepaalde argumenten in handen.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 33