in de toekomst uitgaven zijn te maken. Bij een vergelijking met
de toelichting 1971 is het hem ondermeer opgevallen, dat ten
aanzien van het plan Hogebergdreef Combinatie Bouw Amsterdam
niet meer ter sprake komt. Hij vraagt hoe het daarmee zit en
stelt, dat destijds tot betaling van een bepaalde maandelijkse
vergoeding, dio niet 'gering is, werd besloten. Hij vraagt wat
de bedoeling met het plan en Combinatie Bouw is. Hij zegt verder,
dat over het plan bou\^ verpleeghuis, dat destijds symbolisch is
gelanceerd,ook niet meer wordt gerept. Hij vraagt in welk sta
dium het bouwplan verkeert, waarover hij ingelicht wil worden. Voor
het verdere houdt de toelichting zeer goede wensen in, waarvan
de verwezenlijking naar hij meent, gezien de financiële situatie
van de gemeente,in de toekomst ;/el niet in hetzelfde tempo zal
kunnen worden volgehouden. Ook de toename van de bevolking ligt
niet meer zo hoog als in het vorig jaar. Hij zegt, dat het opge
merkte enkele punten zijn die hij even naar voren heeft willen
brengen.
Be Voorzitter antwoordt, dat deze week van de stedebouwlcundige een
ontwerp-bestemmingsplan "Hogebergdreef" is binnengekomen, dat
hedenmiddag door het College van B is besproken. Het ontwerp
plan noemt hij een goed plan waaraan nu verder wordt gewerkt voor
behandeling in de raad en waarvan men de indruk heeft, dat het
wel de goedkeuring van GS kan verkrijgen. Hij merkt nog op, dat
er voor het betreffende toekomstig bouwgebied bijzondere belang
stelling bestaat.
Met Combinatie Bouw had de gemeente een overeenkomst. Aangezien
er van de uitvoering van bouwplannen niets uit kwam, is na een
bespreking de overeenkomst opgezegd en wordt er dus niet meer
betaald.
De bouwplannen van het verpleeghuis zijn ter goedkeuring naar
het Ministerie van Sociale Zaken gezonden. Over deze zaak zijn
derhalve dan ook nog geen posten in de begroting opgenomen. Hij
merkt op, dat deze zaak verder geheel tot de competentie van het
Stichtingsbestuur behoort en er voor de gemeente alleen de ver
koop van de benodigde grond blijft. Hij zegt, dat hij zich in de
gedachte van het Stichtingsbestuur kan inleven, dat met het aan
vragen van grondaankoop wordt gewacht tot alle goedkeuringen
binnen zijn.
Be Voorzitter stelt vervolgens hoofdstuksgewijze behandeling
van de begroting 1972 aan de orde en zegt, dat men voor het
maken van de nodige op- of aanmerkingen hem rustig kan onderbreken.
HOOFDSTUK VI.
Volgnr.i41Staanplaatsen t.g.v. de kermis en anderzins
Het raadslid Bensbach merkt op, dat hij de indruk heeft, dat het ge
raamde bedrag van 11.500,aan de lage kant is en is op te
voeren. Reden daarvoor acht hij de aanwezigheid van 2 parkeer
terreinen, die uitermate druk bezet zijn en een behoorlijk bedrag
aan parkeergeld opleveren waarvan de gemeente echter niets ont
vangt. Is het hier niet zo, dat inkomsten aan de gemeente worden
onthouden! Hij stelt, dat de gemeente-terreinen zonder enige
vergoeding aan particulieren beschikbaar worden gesteld en de
gemeente daartegenover elk jaar belangrijke kosten moet maken voor
de egalisering van de terreinen. De opbrengsten van parkeergelden
zijn zo groot, dat het redelijk is om er in het vervolg een ver
goeding voor te vragen, zoals gebeur' voor kermisinrichtingen en
marktkramen. Hij denkt, dat het beschxkbaarstellen eventueel bij
openbare inschrijving kan.
De Voorzitter antwoordt over het opgemerkte al iets te hebben