-14-
Het raadslid Janssens stelt, dat het toch steeds door de burgemeester
en de wethouders is beweerd, hij zegt er diverse malen naar te
hebben gevraagd en nu dus blijkt, dat met opzet en bedriegelijk
de zaak is verdraaid.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat de heer van Ammel zich in de pers
verbolgen heeft over het uitblijven van de goedkeuringen van over
heidsinstanties, waardoor zijn zaak stagneert. Hij merkt verder op,
dat volgens het gepubliceerde de heer van Ammel toch ernstige plan
nen heeft om de hele zaak van het recreatieoord door te zetten.
Voor de aandacht op een en ander te vestigen, zou reeds voor de
kermis tot het plaatsen van reclameborden worden overgegaan. Hij
vraagt of de heer van Ammel daarvoor vergunning heeft.
He Voorzitter antwoordt, dat hij een tweetal weken geleden de heer
van Ammel heeft gesproken, die zich toen teleurgesteld toonde over
de trage gang van zaken en wel over het uitblijven van de goedkeuring
van G.S. van het raadsbesluit inzake de verlening van een jaarlijkse
bijdrage van 20.000,
He Voorzitter zegt, dat het echter niet te verwonderen is, dat deze
zaak nog steeds bij G.S. in behandeling is. Het is een zeer inge
wikkelde overeenkomst van de gemeente met een particulier, die zeer
goede bestudering vereist. Het opgemerkte over de reclameborden
acht hij juist en is ter sprake geweest. Afgesproken is, dat de heer
van Ammel op korte termijn daarvoor een schriftelijk verzoek bij
B zou indienen, dat echter nog steeds niet is ontvangen. Ten
aanzien van de reclameborden, zegt de Voorzitter de heer van Ammel
te hebben medegedeeld, dat indien de vorm en kleur van de borden voor
de gemeente en ook voor de provincie geen aanleiding zullen zijn om
te weigeren, B W daaraan volledige medewerking zal verlenen. Hij
herhaalt, dat tot op heden nog geen verzoek om vergunning voor de
plaatsing van reclameborden is ontvangen.
Het raadslid Bensbach zegt, dat de houding van de heer van Ammel,
die toch met de gang van zaken op de hoogte is, niet goed te kunnen
begrijpen. Het is zondermeer toch duidelijk, dat de bestudering door
G.S. van de overeenkomst tijd vergt. Hij zegt van de heer van Ammel
toch te mogen verwachten, dat hij dat zou respecteren. Hij schijnt
er echter geen genoegen mee te kunnen nemen. Het raadslid Bensbach
stelt, dat de heer van Ammel toch wel mans genoeg is om zelf naar
G.S. toe te stappen.
De Voorzitter antwoordt, dat het van Ammel wel bekend is, dat de
overeenkomst in behandeling en studie is bij G.S.
XX. Sluiting.
Niets meer aan de orde zijnde,
met het gebruikelijke gebed.
sluit de Voorzitter de vergadering
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad der gemeente Putte op
De Raad voornoemc
De Secretaris,wnd. D^ /oorzitter,wnd.