-10- Het raadslid Janssens stelt, dat Familyland dus geen verbetering kan brengen en er diverse ouders van kinderen in financiële moei lijkheden verkeren. Hij zegt, dat me.a de gevraagde subsidie moet verlenen en de kinderen er niet de dupe van mogen worden. Het ver lagen van het subsdie vindt hij een onbillijke zaak. Hij vraagt stemming en stelt voor de gevraagde subsidie te handhaven. He Voorzitter antwoordt, dat het College van B over een en ander ook zijn gedachten heeft laten gaan en er problemen naar voren zijn gekomen in verband met de financiële positie van de gemeente. Hij stelt als de raad meent te moeten besluiten om de huidige situatie te handhaven dan bij andere zaken ook de puntjes op de i moet zetten. Een en ander zal bij B geen bezwaar ont moeten hoewel het gevraagde subsidie een enorm groot bedrag is en volgens het College van B toch billijk is, dat de ouders van de kinderen enige mate in de totale kosten bijdragen. Hij merkt op, dat het ook met verhoging van het bedrag van ƒ50, °P 75,-- per zwemleerling kan en waarnaar na rato door de ouders wordt bijgedragen. Het raadslid Janssens vindt het een onbillijke zaak waarnee hij niet akkoord kan gaan. Hij stelt, dat men de kinderen niet de dupe er van moet laten worden, doordat ze geen zwemles meer krijgen. Het raadslid Bensbach stelt, dat de prioriteit van deze zaak wel zodanig is, dat men het zwemmen, dat een onderdeel van het onderwijs is, moet stimuleren door er voor te zorgen, dat het ongestoord doorgang kan vinden. Hij meent, dat andere subsidies die niet zo belangrijk als het schoolzwemmen zijn nader dienen te worden be keken, wat hij graag aan het College van B wil overlaten. De Voorzitter stelt voor om het oorspronkelijk voorgestelde bedrag te handhaven. Wethouder de Light zegt, dat al twee jaar het subsidie 3500,— be draagt en het is uitgegaan van de gemeente zelf. Hij stelt, dat nu ergens,daar hot gevraagde subsidie met neer dan 100fé is verhoogd toch billijk is, dat de ouders van de kinderen ook een bijdrage in de kosten betalen. Hij vraagt aan welke extra subsidie men kan konen. Het raadslid Bensbach stelt, dat het wel zo is, dat de kosten voor de ouders in zijn totaliteit zoveel worden dat ze niet neer zijn op te brengen. Uiteraard is rekening te houden met de financiële positie van de gemeente. Hij zegt, dat het hier alleen zaak is om de prioriteit te bepalen en toch niemand zal beweren, dat hij schoolzwemmen niet belangrijk vindt. Hij meent, dat men de subsidies verder moet selec teren en er ook nog wel andere posten zijn, waaraan het school zwemmen voorrang moet worden verleend. Met instemming van de raadsleden schorst de Voorzitter de vergadering om overleg te plegen met de wethouders. Na de heropening van de vergadering deelt de Voorzitter mede, dat als de raad van mening is, dat het gevraagde subsidie toe te kennen is, hij en de wethouders er mee accoord kunnen gaan onder restrictie, dat het zwemonderwijs op het ogenblik zal gelden voor twee jaar en het even tueel terug te brengen tot een jaar. Het raadslid Bensbach merkt op, dat het subsidie dus geldt voor twee jaar zwemonderwijs. De Voorzitter antwoordt, dat het ook voor een jaar kan en dat misschien de oplossing geeft en dat men dus geen bijdrage van de ouders vraagt. Het subsidiebedrag wordt dan gehalveerd en het zwemonderwijs terug gebracht tot een jaar. Het| raadslid Janssens merkt op, dat het eerder door hem opgemerkte over het met opzet achterwege laten van de berichtgeving aan de ver enigingen nu al blijkt waar te zijn en dat de "koek" op is.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 195