5Sss-s'anasaays 4. De Voorzitter merkt op,dat het hier dus partitiele wijzigingen betref fen en het planologisch gezien dus geen bezwaar oplevert om het ont- werp-bestemmingsplan bij de P.P.D.in te dienen.Hij stelt,dat als er gevraagd wordt om 50 koopwoningen te bouwen ,men dan tenminste een plan heeft dat in den Bosch ligt.Hij wijst op het opgemerkte van de heer Bensbach en vraagt zich ook af of je met het bouwplan dan verder kunt.Indien het bezwaarlijk of last bezorgd kan met het gebied beter vrij houden. De heer Molenaar merkt nog op,dat de heer Diepenhorst zeer enthousiast over het bouwplan is en dit jaar zeker met de bouw van 50 woningen zal starten.Hij zegt,dat de Regering voor moeilijke gevallen bereid is tot toekenning van hogere rijkspremie,dat ook speelt met een plan in Gouda waar de heer Diepenhorst ook mee bezig is.Hij herhaalt,dat de heer Diepenhorst voor de bouwvakvakantie met de woningen en de prijs rond wil zijn. De Voorzitter zegt,dat het bijzonder verheugend zou zijn als men met de bouwvakvakantie met het bouwplan van de grond is. De heer Vos merkt op,dat het ook door hem zo is gezegd en begrepen is en maandag aanstaande daarover een bespreking met de heer Diepenhorst zal plaats hebben. Wethouder de Bruijn stelt,dat er van de kant van de heer Diepenhorst meer duidelijkheid moet komen. Het raadslid Bensbach vraagt of de indiening van het ontwerp-bestem- mingsplan meer zekerheid voor realisering van het bouwplan geeft. De Voorzitter antwoordt,dat het wellicht niet het geval is maar het niet wegneemt,dat men een nieuw bestemmingsplan moet hebben en het dus zaak is dat het ontwerp-bestemmingsplan zo spoedig mogelijk bij de P.P. D. op tafel ligt. Blijft alleen dan nog de vraag og men met dit plan alle richtingen uit kan. Het raadslid Bensbach meent,dat de mogelijkheid er toch wel inzit. De heer van Poppelen wijst op het bouwplan aan de Rozenstraatydat via artikel 20 is gespeeld en zonder bezwaar door G.S. vlot is goedgekeurd. Hij stelt,dat als het ontwerp-bestemmingsplan niet wordt ingediend men geheel opnieuw moet beginnen en pas na indiening van een bouwplan met artikel 19 van de Wet op de Rjiimtelijke Ordening ^an werken dat bij niet-indiening van een ontwerp-bestemmingsplan ook niet kan. De Voorzitter zegt,dat een bouwplan dat aan de goedgekeurde bestemming voldoet dan achter elkaar kan doorgaan.Bij een afwijkèng bouwplan kan het college van burgemeester en wethouders alsdan artikel 19 hand-r teren. H*t raadslid^Bensbach merkt op,dat de indiening van het ontwerp-bestem mmgsplan ruimere mogelijkheden geeft temeer daar het nu met de beleg gers toch al riskant ligt. 6 De heer_£os meent,dat het raadszaam is om met het ontwerp-bestemmings plan en het onderhavige bouwplan zondermeer door te gaan. De Voorzitter zegt,dat het direct naar den Bosch kan. van het woningtype Zegt,dat het ontwerP-^estemmingsplan los is te zien De ^o^rzitter meent,dat ook een andere woningtype wel zal worden toege nen waarb-M6* hoognodig *s om het ontwerp-bestemmingsplan in te dief nen,waarbij het type woning weinig of niets zegt. In deeprivf sector tl S66n li™ V°?r reallseri*g van het bouwplan Wethmiflï; 2ï samenwerking met gemeentewerken is. f.iïTXzlt. ±Fhf' stelt'dat men d® curveprijs en de grondprijs van De heer van roppeTen antwoordt,dat de heer Geelen die wel Juist weet.

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 18