De Voorzitter zegt toe dat als deze stukken er zijn deze
"bij de eerstvolgende vergadering bij de raadstukken ter
inzage zal worden gelegd.
Wethouder de Bruijn zegt naar aanleiding van de vraag ge
steld door het raadslid van Linden inzake de rioolkolken
in de weg, dat de bewuste stank wordt veroorzaakt tenge
volge van de langdurige droogte. Bij een flinke regenbui
zal dit euvel zijn verholpen. Hij wijst in dit verband
ook op de moeders die bij het schoonvegen van de straat het
zand ook in deze putjes deponeren. Verder wil de wethouder
nog even terugkomen op het gestelde bij de agendapunten
4 en 5, waarbij door het raadslid Janssens een opmerking
is gemaakt betreffende de grondverkoop aan de heer Hoender
vangers met verwijzing naar diens familierelatie met een
ambtenaar op de gemeente-secretarie. Hij stelt, dat wanneer
men hier politiek moet voeren over de rug van een ambtenaar
hij toch hier wel bezwaar tegen moet maken.
Het raadslid Janssens stelt hier tegenover, dat de wethouder
dit gezegde van hem blijkbaar verkeerd heeft begrepen. Het
raadslid heeft alleen maar gezegd, dat dit familieverband
bestaat. Hij zegt nooit beweerd te hebben, dat deze ambtenaar
voor deze verkoop zou hebben gezorgd.
De Voorzitter neemt hierna het woord en deelt de raad mede,
dat hem enige minuten geleden ter ore is gekomen dat er 2 raads
leden 12-g- jaar lid van dit College zijn n.l. de heren de
Bruijn en Bensbach en stelt er toch behoefte aan te hebben
om bij dit feit even te blijven stilstaan. Het is voor de
Voorzitter enorm moeilijk om de prestaties van deze heren
naar voren te brengen omdat hij ze nog maar zo kort kent.
In zijn algemeenheid kan echter toch worden gesteld, dat de
gemeente Putte en de raad zich gelukkig mogen prijzen, dat
zij deze heren in hun midden gehad hebben. Ieder van hen
heeft zijn eigen opvattingen, karakter en zienswijzewelke
niet steeds dezelfde zijn waardoor men wel eens fel tegenover
elkaar komt te staan. Toch heeft men altijd de belangen van
de gemeente laten prefereren. Het is in een gemeente zo,dat
men bij de raadsbesluiten niet het gewicht mag leggen op
kleinigheden. Het gaat over de grote trekken die men steeds
voor ogen moet houden.
De Voorzitter zegt perplex te hebben gestaan van het vele
mooie in deze gemeente, welke rijk is aan natuurschoon.
Iedereen heeft bewondering voor de manier waarop deze ge
meente zich heeft ontwikkeld. In zijn oude funktie als lid van
Ged.Staten heeft de Voorzitter heel wat gemeenten bezocht.
Het heeft hem echter verbaasd te zien hoe de ontplooiing
hier is geweest. Hij wijst in dit verband naar de mooie
complexen, welke vooral de laatste tijd van de grond zijn ge
komen, zoals het bungalowpark en gemeentepark. In dit kader
wil hij de zuiveringsinstallatie maar buiten beschouwing
laten. In het algemeen kan men echter toch stellen, dat er
vele gemeenten echt jaloers kunnen zijn op deze ontwikkeling.
Deze is echter tot stand kunnen komen door een goede samen
werking en evenwichtige besluiten, alsmede door het voeren
van een krachtig beleid, waarbij toch de nodige soeplesse
in acht is genomen. In de toekomst zal echter weer een beroep
op U worden gedaan voor de oplossing van grote problemen.
De aanleg van de zoomweg is zeer nabij. Men zal zich hier
moeten richten op de werkgelegenheid, welke overal ziender-