-9-
opgenomen. Deze laatste had er overwegend bezwaar tegen en
zou zich nog 10 maal bedenken om hier groen weg te halen.
Het raadslid van Linden zegt dit niet te kunnen begrijpen.
Van deze groenstrook kan best een pand worden afgenomen.
Het blijft een gevaarlijk punt.
De Voorzitter suggereert hierna om hiervoor een schriftelijk
verzoek te richten tot de Provinciale Waterstaat.
Het raadslid Janssens stelt hierna, dat hij nog geen antwoord
heeft gehad op zijn vraag inzake het te gebruiken natuur
steen. Misschien zijn er wel mensen die marmer of goud
willen gebruiken en waarom zou dat niet mogen?
De Voorzitter stelt, dat wel" alle natuursteen is toegestaan.
Marmer is ook natuursteen.
Hèt raadslid Janssens zegt destijds te hebben gevraagd wat
natuursteen was.
Wethouder de Light stelt dat gestreefd is naar het bereiken
van uniforme graven op de begraafplaats. Hij stelt verder
dat in het voorstel niet wordt gesproken van kruis of
schild.
De heer van Karna deelt mede, dat dit aan de competentie van
B W is overgelaten. Dit is niet in het reglement geregeld.
Het raadslid Janssens vraagt of, wanneer zich het geval
voordoet dat men naast een andersdenkende zou worden be
graven, de gemeente bereid zal zijn toestemming te geven om
een paar plaatsen op te schuiven.
De Voorzitter antwoordt, dat wanneer de familie overwgende
bezwaren heeft het gemeentebestuur hierin soepel moet zijn.
Men kan nooit volhouden om een wet of reglement star toe te
passen. Men moet hierin de nodige soeplesse betrachten.
Het raadslid Bensbach stelt, dat er in art.3 wordt gesproken
van 25 jaar. In de Wet op de lijkbezorging is rekening ge
houden met 30 jaar met een eventuele verlenging van 10 jaar.
De Voorzitter antwoordt, dat als dit inderdaad zo is het
raadslid Bensbach gelijk heeft en dat dan alsnog deze tijds
periode aan de Wet zal worden aangepast.
Hierbij wijst de Voorzitter het raadslid Janssens erop dat
deze Wet officieel de titel heeft van "Wet op de lijkbe
zorging"
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het garan
deren van rente en aflossing vanaf te sluiten hypothecaire
woningbouwleningen.
Nadat de Voorzitter dit agendapunt aan de orde heeft gesteld,
zegt het raadslid Éensbach dat het toch gebruikelijk is, dat
deze zaken in een besloten vergadering worden behandeld.
De Voorzitter antwoordt hierop als de raad hiertoe beslist,
hij wel bereid is om in besloten vergadering over te gaan.
In het algemeen zijn deze zaken gedelegeerd aan burgemeester
en wethouders. Hij vraagt of een van de heren nog een nadere
toelichting wenst inzake dit agendapunt.
Nadat niemand terzake nog het woord verlangt, wordt zonder
hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burge
meester en wethouders besloten aan MevrCoornaertJ.Scheeren
en Ph.Hendrickx de gevraagde gemeente-garantie te verlenen.
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het treffen
van een bibliotheekvoorziening.
De Voorzitter vraagt of iemand der raadsleden het woord