of er al iets is of wordt aangedaan.
De Voorzitter verzoekt een van de wethouders de beant
woording van de vraag over te nemen.
Wethouder de Light stelt, dat technisch ambtenaar van
Poppelen beter deze zaak kan toelichten.
De Voorzitter interrumpeert wethouder de light en stelt
"Nee, TT bent de wethouder, van U zal het antwoord moeten
konen"
Wethouder de Light zegt, dat er helemaal geen verslag
over is.
Het raadslid Janssens stelt, dat destijds is toegezegd,
dat de zaak door B W nader zou worden bekeken en het
dus niet is gebeurd en men deze zaak dus maar heeft laten
slingeren.
Secretaris van Kaam merkt op, dat deze zaak is doorge-
sproken met ambtenaren van de Provinciale Directie van de
Volkshuisvesting in Den Bosch, die daarover kontact zouden
opnemen met het Ministerie van Volkshuisvesting. Hij zegt,
dat er nog niets over is vernomen.
De Voorzitter zegt het raadslid Janssens toe, dat hij voor
de volgende vergadering schriftelijk antwoord krijgt.
Het raadslid Janssens zegt verder, dat Burgemeester
veel Boudrie destijds/tan tam heeft genaakt over de uitgifte
van een gemeenteblad, houdende gegevens van en over de
gemeente. Hij stelt er nog niets van te hebben gezien en
dat er slechts een keer een stencil is uitgegeven. Hij
merkt op, dat ervoor zelfs prijsopgave is gevraagd in
Roosendaal.
De Voorzitter zegt toe het te zullen onderzoeken.
Het raadslid Janssens zegt te denken aan een gemeente
blad met adressen van plaatselijke instellingen, straten
plan enzovoorts.
De Voorzitter vraagt of men wel berekend heeft wat de
kosten van een plaatselijk gemeenteblad zijn en heeft na
gegaan door wie dat verzorgd zal moeten worden omdat het
ook een aantrekkelijkheid moet blijven. Hij meent, dat
de pers aan Putte ruimschoots aandacht besteedt.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat hij destijds met deze
zaak is begonnen, die nu al zes jaar loopt en waaraan de
raad haar goedkeuring heeft verleend. Hij zegt, dat de
opzet een regelmatige uitgifte van een gemeenteblaadje
was waarin van plannen en andere gemeentezaken aan de be
volking mededeling zou worden gedaan. Hij merkt op, dat
zulks bijvoorbeeld het geval had kunnen zijn met de bouw
van de zuiveringsinstallatie, waar niemand behoorlijk mee
op de hoogte was tot op het moment, dat men de rioolbe
lastingaanslag in de brievenbus kreeg.
De Voorzitter stelt, dat men dan toch de pers niet goed
bijgehouden heeft.
Het raadslid Bensbach zegt, dat het opgemerkte wel het
geval is geweest maar er nimmer gesproken is over de
financiële lasten die de zuiveringsinstallatie voor de
bevolking zou meebrengen.
De Voorzitter antwoordt, dat de betreffende belastingver
ordening toch in de raad is behandeld en vastgesteld en
ook de behandeling en vaststelling van de gemeentebegro
ting in het openbaar plaatsvindt.
Het raadslid Bensbach merkt op, dat voor dit soort zaken
de opzet en uitgifte van een gemeenteblaadje was gedacht.