-5- met het bouwri jonaken, maar wijst daarbij op de afstand die er is vanaf de grote weg. Hij meent, dat het alleen aan al gemene voorzieningen van gas en waterleiding de gemeente nogal wat zal gaan kosten en denkt aan een plusminus twee ton. Hij acht het onjuist om gronden bouwrijp te naken die nog niet in het bezit zijn van de gemeente. De vraag rijst dan toch) kan de gemeente ooit de andere grond aankopen? Hij merkt op, dat het anders zou liggen als de verordening op de bouwgrondbelasting er nog was, maar die is inge trokken en ieder particulier nu kan doen en laten met zijn grond, wat hij wil. Wethouder de Light merkt op, dat er door de onderhavige aankoop een zekere prijsbepaling in het gebied ligt en men daardoor ook tot maatstaven komt, die zoals opgemerkt wor den bedoeld, Het raadslid Bensbach zegt, dat het opgemerkte een bijkom- stigheid maar het project hoofdzaak is. Hij vraagt zich af wat de kosten van bouwrijpmaking zullen zijn en wijst op de afgelegen ligging van het gebied. Hij zegt, dat men het heeft gezien met de heer van Ammel ten aanzien van de te treffen voorziening van eleotriciteit en waterleiding, dat het geen haalbare zaak is. Hij stelt verder, dat men dezelfde Koppelstraat dezelfde leidingen, die nodig zijn voor de heer van Ammel dient te leggen en de gemeente daar geen belang bij heeft. Hij vraagt wie dat moet be talen en vindt het een te voorbarige voorziening. Wethouder de Light merkt op, dat toch de gemeente voor al gemene nutsvoorzieningen moet zorgen. Het raadslid Bensbach bestrijdt het opgemerkte en zegt, dat de nutsbedrijven zelf de zorg voor onrendabele gebieden op zich nemen als de gemeente een bijdrage in de betreffende kosten verleend. Hij acht het geen haalbare zaak omdat het project veel te ver van het bebouwde gedeelte ligt. De Voorzitter zegt uit het opgemerkte te hebben begrepen, dat het taxatierapport op zich geen bezwaar is maar die meer gaan tegen de hoge kosten van bouwrijpmaken van het plan, die de gemeente niet kan betalen. Hij meent, dat men als raad zo spoedig mogelijk moet zorgen, dat er een bestem mingsplan voor het onderhavige gebied klaar komt, dat dan door de raad is vast te stellen en door G.S. is goed te keuren. Hij merkt op, dat daar wel een hele tijd overheen gaat. Ten aanzien van de aankoop zegt de Voorzitter, dat de ervaring heeft geleerd, dat als er gelegenheid is en de grond niet te duur is, de grondaanbiedingen zoveel moge lijk moet accepteren. Hij merkt op, dat het hier wel een klein perceel betreft maar de aankoop daarvan soms veel moeilijker ligt als van grote grondpercelen. Hij zegt ver der, dat voor grondeigenaren die de zaak zolang mogelijk tegenhouden, onteigening de aangewezen weg is. Hij merkt verder op, dat door de stedebouwkundige aan het onderha vige gebied een technische bestemming is gegeven maar of die /ƒ7 door de raad wordt geaccepteerd een andere vraag is, De Voorzitter deelt verder mede, dat omtrent een ander ont- TV fr' werp-bestenningsplan een brief van de P.P.D. is ingekomen, y die in volgende vergadering aan de orde zal komen. Hij ir zegt de indruk te hebben, dat men op het ogenblik in ver- band met financieringsmoeilijkheden diverse zaken iets te rughoudt. Hij zegt, dat die bezwaren al zijn aangestipt en •'G.S, daar speciale aandacht aan schenkt#

Raadsnotulen

Putte: 1928-1996 | 1971 | | pagina 152