vooruitloopt. o
De Voorzitter zegt, dat men dient/Te werken aan het be-
treffende bestemmingsplan. Het is het goed recht van de
raad om er niet mee akkoord te gaan, de zaak blijft dan
echter liggen.
Als de gemeente echter een bepaalde ontwikkelingslijn na
streeft, moet men doorzetten.
Het raadslid Janssens herhaalt in principe geen bezwaar
tegen aankoop van de onderhavige grond te hebben. Hij
acht het plan verder echter niet haalbaar zodat de grond
ongebruikt zal blijven liggen. Hu biedt het ook mogelijk
heden voor speculatie met de gronden van Buijs, hetgeen
echter geen gevaar zal opleveren als ze in een bestem
mingsplan worden opgenomen.
Volgens de Voorzitter hebben gronden in een goedgekeurd
bestemmingsplan absoluut meer waarde, waarbij de ligging
weinig uitmaakt.
Het raadslid Janssens zegt, dat het in het verleden ook
geen consequenties heeft gegeven en in principe geen be
zwaar tegen aankoop van de onderhavige gronden te hebben,
hoewel volgens hem het nog te ontwikkelen bestemmingsplan
niet haalbaar zal zijn.
De Voorzitter antwoordt, dat zowel de aankoop van de
gronden als het nog vast te stellen bestemmingsplan aan de
goedkeuring van G.S. gebonden is.
Het raadslid Bepsbach zegt op deze zaak nog even terug te
willen komen* Hij merkt op, dat hij reeds eerder bezwaar
heeft gemaakt tegen het taxatierapport. Hij stelt, dat de
heer Mol nimmer vergunning heeft gehad om ter plaatse een
bedrijf te stichten. Hij zegt, dat betrokkene destijds een
boerderij met wat grond erbij heeft gekocht en zonder ver
gunning de boerderij heeft verbouwd. Hij vraagt zich af
hoe het in een ontwikkeling als Putte thans doormaakt het
nog mogelijk is om een woning zonder vergunning te ver
bouwen. Het pand is intussen weer verkocht en de heer Mol
heeft er nimmer een bedrijf uitgeoefend, het is dus camou
flage voor de verhoging van de grondprijs, hetgeen niet
hoeft te gebeuren. Er zijn verschillende middenstanders die
niets hebben gehad en men moet gelijke maatstaven aanhouden,
daar het anders wrevel wekt. Bij vroegere aankopen zijn
prijzen van 1,h f 1,50 aangehouden, terwijl hier nu
voor een perceel grond, dat alleen weiland is, een veel
hoger bedrag betaald wordt.
Het raadslid Bensbach stelt verder, dat hier onjuist bedrijfs
schade wordt toegepast. Hij zegt, dat daar ergens zijn bezwaar
ligt en niet dat de grondprijs te hoog ligt. Hij zegt verder,
dat hier gemarchandeerd wordt voor het krijgen van een ho
ger bedrag, hetgeen niet juist is. Hij merkt verder op,
dat de oaisihavige grondpercelen in het toekomstig bestemmings-
Planin het niet vallen bij het gehele object, waar hij gezien
de financiële positie van de gemeente zelf en ook die van
het rijk geen haalbaar iets in ziet. Het grootste gedeelte
van het te ontwikkelen bestemmingsplan ligt ten zuiden van
de Koppelstraat en eerst daarvan het grootste grondperceel
door de gemeente is aan te kopen. Men kan met de onderha
vige grond niets beginnen. Het project bestaat uit twee ge
deelten en wel uit een zuidelijk en een noordelijk van de
Koppelstraat, in welk laatstgenoemd gedeelte overwegend
kleine grondpercelen zijn.De gemeente kan alvast wel beginnen